13AT4EXWPMS

5. Presentatie Je legt uit waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet en wat jouw aandeel is geweest wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd.

In bijlage 1 staat omschreven wat deze beoordelingsmethoden precies inhouden en hoe en door wie ze worden uitgevoerd.

Beoordelen van een dienst De aangegeven dienst moet voldoen aan alle (eventueel wettelijke) eisen die de branche en/of de beroepspraktijk en/of de opdrachtgever stellen. In de beoordelingsformulieren staat bij de producten aangegeven aan welke criteria ze moeten voldoen.

Diensten worden beoordeeld met O – V – G .

O Onvoldoende Een dienst is onvoldoende wanneer niet wordt voldaan aan een of meer van de criteria behorende bij de dienst. V Voldoende Een dienst is voldoende wanneer wordt voldaan aan de criteria behorende bij de dienst.

G Goed Een dienst is goed wanneer het resultaat bovengemiddeld is.

Beoordelen van competenties Bij elk van de competenties bij een werkproces staat aangegeven wat het gewenste resultaat moet zijn en welk competent gedrag van je wordt verwacht.

Het gewenste resultaat is meestal een product of een dienst.

Voor de beoordeling van je gedrag staan bij de competentie de prestatie-indicatoren en wordt er naar het inzetten van je kennis en vaardigheden gekeken die in hoofdstuk 5 bij het werkproces staan.

De beoordelaars bepalen door middel van observatie of je tijdens het uitvoeren van de dienst competent hebt gehandeld.

12 KWALIFICEREND DOSSIER

Made with