Allemaal Uitblinkers KNVB E-PUPILLEN

Bram vraagt zich af hoe híj dit E4 weer op de rit zou kunnen krijgen. Als je ze meer van- af de zijlijn coacht, krijg je toch een andere wedstrijd, denkt hij. Hij zou de spelers vooral strenger binden aan hun positie. Een vaste plek op het veld, dat is toch het begin. De blote benen van de E6 draven door, op jacht naar een monsterzege. Ze lijken ontketend. Wisselen hoeven ze ook al niet, want Bilal meldde zich af en aanvoerder Tom leunt in zijn gewone kleding tegen een paal van het grote doel. De middelvinger van de zoon van teamleider Marcel steekt recht omhoog. Daar moeten we geen ongewenst gedrag achter zoeken – van de week is hij op school met zijn hand tussen een deur gekomen. Twee nagels verloren, alle nagelbedden flink beschadigd en een gebroken middelvinger. Door de spalkhoutjes wijst die nu priemend richting de hemel. Het is onzeker of ooit nog nieuwe nagels aangroeien. Tom zelf baalt vooral dat hij niet kan meedoen – alweer niet. Hij is wel zijn ploeg- genoten komen aanmoedigen. Maar hij is niet het type dat makkelijk zijn mond opendoet. Stil kijkt hij toe. Kijk, dat afwezige van zijn spelbepaler is nu precies de reden waarom Bram hem ooit de aanvoerdersband gaf. De eerste weken vergat de dromer het ding mee te nemen, maar uiteindelijk accepteerde hij deze verantwoorde- lijkheid. Nu is hij er trots op. Maar zijn mond doet hij nog altijd niet open – liever laat hij zijn benen spreken. Want hij kan toch voetballen! Zijn vader staat er soms zelf van te kijken. Eigenlijk is Tom de meest complete speler, vindt ook Bram. Alleen dat mentale aspect van hem, hè. ‘Flegmatiek’, zo noemt hij de jongen in navolging van voetbal- commentatoren. Dat bedoelt hij ironisch. Met flegmatiek duiden die graag een laconieke, onstandvastige speler aan, terwijl flegmatiek juist iets tegengestelds betekent: onver- stoorbaar. Hoe dan ook. Het gaat erom dat in sommige duels Bram gewoon zíet dat een bal voor Tom is – maar die laat zich dan te gemakkelijk wegzetten. Dan is hij even ergens anders. Een ontwikkelpunt dat trouwens ook voor zijn eigen zoon Mendel geldt. Die mag wat meer leren incasseren. Na een duel eindigt hij vaak op de grond. Dat zit in zijn spel, denkt Bram, terwijl hij toeziet hoe Mendel goed kijkt, combineert en aanzet tot een loopactie – maar de bal vol in zijn onderbuik krijgt. Hij kruipt over het kunstgras. Bram ziet dat de scheidsrechter aarzelt en roept: ‘Even stoppen!’ Na een aarzelend fluitsignaal holt hij het veld in en neemt hij zijn kermende zoon van achteren in een houtgreep, buigt de gekromde rug weer hol. Dat lijkt verlichting te brengen. Van trainer Hans moesten Bram en Marcel laatst beoordelingsformulieren over de spelers invullen, onafhankelijk van elkaar. Ze gaven rapportcijfers voor vaardigheden in aanvallen, vaardigheden in verdedigen en algehele houding. Met het beoordelen van hun zonen hadden de twee mannen het even moeilijk. Je eigen kind punten geven! Mendel strompelt langszij, de handen nog altijd om zijn maagstreek geslagen. Hij kijkt zijn vader aan. ‘Blijven lopen’, adviseert hij, ‘dat is het beste!’

168 | E-pupillen Intermezzo 3

Made with