Allemaal Uitblinkers KNVB E-PUPILLEN

Ogen van volwassenen Kijken volwassenen naar een jeugdwedstrijd, dan kunnen ze het niet laten. Ze zien al dingen in die ‘jonkies’. De typische aanvaller, de typische verdediger. Ze onderscheiden ook de ‘vroegrijpe’ speler, negeren de ‘grassprietjesteller’. Dan zijn er de diverse per- soonlijkheidjes. De goedgebekte linksbuiten – tikje opvliegend, soms wat egoïstisch. De kalme linksback die zich wegcijfert, opoffert. Elke speler is anders, elke speler verdient de aandacht die bij hem past. Maar hoe ver moet die aandacht gaan? Moet de trainer-coach zich verdiepen in het temparement van ieder van zijn negen spelers en daarop zijn beleid afstemmen? Of zijn daarvoor de paar uurtjes per week niet toereikend? Biedt het wel houvast als je kinderen in hokjes stopt? Je kunt eens beginnen met wie jij als coach eigenlijk bent. Door welke bril kijk jij eigenlijk naar hen? Was jijzelf vroeger een ‘typische’ linksback – en ben je nu allergisch voor linkerspitsen die nooit meeverdedigen? Hoe sterk sommige kenmerken van kinderen ook in het oog springen, de relatie met wat ze in de kleedkamer en op het veld laten zien is niet altijd duidelijk. Gedrag kan namelijk net zo goed het gevolg zijn van achtergrond, cultuur, religie, situatie thuis, woonomgeving, school, economische status en medische zaken. Of het is gewoon Ramadan of Sinterklaastijd – en heerst de opwinding alom. Het leiden van een team E-pupillen is maatwerk. Maar complimenten werken voor iedereen – van een schouderklopje raakte nog nooit iemand geblesseerd. Dat is de basis. Hier bovenop kun je elke speler meer op maat begeleiden. Zoek bijvoorbeeld naar drijfveren. De een komt voor de gezelligheid, de ander omdat hij later bij FC Barcelona wil spelen – en weer een ander droomt alleen maar van een omhaal in de kruising. Tegen de eerste hoef je niet te zeggen hoe fantastisch jullie in de race zijn voor het kampioenschap. Tegen die andere twee hoef je niet steeds te zeggen: wat gezellig dat jullie er weer zijn! Een E-pupil stop je als persoon én als speler makkelijk in een hokje. Hiervan is de KNVB geen voorstander. Het verleidelijke is echter dat kinderen zichzelf lijken te nestelen in een vaste positie. Laat mij maar verdedigen, zegt de ‘opofferende links- achter’ – anderen kunnen beter aanvallen dan ik. Bedenk hoe je hem toch eens kunt laten ruiken aan een andere plek, een andere rol. Op de training, bij een ruime voor- sprong, op een toernooi, desnoods als het seizoen is gespeeld?

26 | E-pupillen De zaterdagwedstrijd

Made with