Allemaal Uitblinkers KNVB E-PUPILLEN

regelen (6)

Omgaan met de tegenpartij

1 Uit spelen. Als je met je team uitspeelt, kom je in de sfeer van de tegenpartij. Soms word je gastvrij onthaald met een kopje koffie, soms met een boze blik. De beleving kan gewoon vurig zijn, maar scherm je spelers af van negatieve prikkels. 2 Praatje maken. Peil de sfeer, maak een praatje vooraf met de scheidsrechter – en vooral de coach. Over het weer, het veld. Straal uit dat je niet de vijand bent, maar een leuke tegenstander die zij nodig hebben om een leuke wedstrijd te spelen. Spreek de verwachting van een sportieve wedstrijd uit. Hij zal zich hierdoor aangesproken voelen. Onthoud zijn naam. 3 Zelfbewuste spelers. Bereid in de kleedkamer je team voor, zonder ze bang te maken, op een mogelijk andere omgeving dan normaal. Maak ze bewust van de invloed van het eigen gedrag op de tegenstander, en omgekeerd. Instrueer ze over het omgaan met (vaak aangeleerd) provocerend gedrag. Spelers moeten zich rustig houden en zo nodig de aanvoerder wijzen op probleem­ spelers. Laat van tevoren de aanvoerders kennis maken, laat even- tueel spelers elkaar voor de wedstrijd een hand geven. 4 Thuis spelen. Als jij de gastheer bent, ontvang je de tegenpartij en wijs je hen zo nodig kantine en kleedkamers. Ga na of hun kleedkamer netjes is. De tegenpartij moet zich houden aan de regels die bij jouw vereniging gelden, maar ontkomt ook niet aan de regels van zijn eigen vereniging.

68 | E-pupillen De zaterdagwedstrijd

Made with