Tiba Bolle en Inge van Meelis - Taalbewust beroepsonderwijs

1.7  Inbedding taalbewust beroepsonderwijs in het (v)mbo

ingevoerd, waardoor gemaakte afspraken en lesmaterialen moeten worden aangepast. Docenten hebben soms te weinig tijd om in te springen op de in dividuele leerbehoeften van leerlingen, vanwege de omvang van de klassen en het aantal leerlingen per docent. We schetsen hierna de onderwijssitu atie en de mogelijkheden voor de invoering van taalbewust beroepsonder wijs in het (v)mbo. Onderwijssituatie binnen het (v)mbo In het (v)mbo worden opleidingen aangeboden die gericht zijn op werk (mbo) of op doorstroming naar een hogere beroepsopleiding. Het (v)mbo is grofweg in te delen in vier sectoren: Zorg en Welzijn; Groen, Agrarisch en Landbouw; Techniek en ICT; en Economie, Handel en Horeca. Daarbinnen zijn allerlei specialisaties mogelijk. In het mbo zijn er tientallen uitstroom richtingen. De leerlingen volgen afwisselend theorie- en praktijklessen ge richt op het verwerven van beroepscompetenties en het functioneren in de beroepspraktijk. Daarnaast nemen ze deel aan lessen taal en rekenen of maatschappijleer, en aan onderwijsactiviteiten gericht op hun loopbaan en burgerschap. Alle (v)mbo-leerlingen gaan op stage, variërend van een week per jaar tot vier dagen per week. In het mbo is het mogelijk dat leerlingen al werk heb ben; zij komen één dag per week naar school om een diploma te behalen. Niet alleen de scholen maar ook de klassen in het (v)mbo zijn vaak groot. De klassengrootte kan sterk variëren. In een klas zitten meestal tussen de 20 en 35 leerlingen, soms zelfs meer. De leerlingpopulatie is heel divers, zowel schoolbreed als op het niveau van een klas of opleidingsjaar. Divers wat betreft leeftijd, motivatie en studievaardigheden, levenservaring en be heersing van de basisvaardigheden (taal en rekenen). Er wordt over het algemeen klassikaal lesgegeven . In praktijklessen werken leerlingen indi vidueel of in kleine groepjes aan praktijkopdrachten. Docenten zijn in de eerste plaats verantwoordelijk voor hun eigen vak, werken met vastgestelde studieboeken of praktijkboeken of stellen zelf readers samen. Een onder wijs- of docententeam is meestal klein en docenten werken soms op meer dere locaties en in meerdere niveaus. Aandacht voor taal in het (v)mbo De taalvaardigheid van leerlingen laat op verschillende vlakken te wensen over, bijvoorbeeld bij het lezen van vakteksten of bij het schrijven. Hoewel bijna elke school een taalbeleidsplan heeft, wordt de oplossing vaak ge zocht in het aanbieden van meer lessen Nederlands. In het vmbo loopt het aantal lesuren voor Nederlands uiteen van twee tot vier uur per week. In

DEEL I Visie

41

Made with FlippingBook HTML5