Tiba Bolle en Inge van Meelis - Taalbewust beroepsonderwijs

1  De positie van taalontwikkeling in het (v)mbo

ren op inhoud en vorm (taalgebruik). Wat betekent dit concreet voor de rol van de docent Nederlands en de inhoud van de Nederlandse lessen? Ook de docent Nederlands is verantwoordelijk voor een stimulerende taalleerom geving, voldoende interactiemogelijkheden en taalproductie en reflectie op het taalgebruik. Zowel in zijn eigen lessen als daarbuiten. Leerlingen in het (v)mbo lopen niet allemaal even warm voor opdrachten of leerstof over algemene onderwerpen, tenzij deze onderwerpen aansluiten bij hun persoonlijke interesses en (leer)doelen. Veel situaties uit de beroepsop leiding bevatten een talige component, zoals we lieten zien in paragraaf 1.1. Dit houdt in dat docenten Nederlands kunnen aansluiten op beroepsgerich te contexten en zo betekenisvolle leerinhoud kunnen realiseren. Leerlingen zien het nut en belang van Nederlands in wanneer de leerstof Nederlands gericht is op de uitvoering van beroepsgerichte taaltaken en het leveren van taalprestaties in de beroepsopleiding. In de les Nederlands kan aandacht besteed worden aan de stageopdrachten, vakteksten uit de studieboeken of projecten en werkstukken voor andere vakken. De docent Nederlands kan leerlingen ondersteunen bij het voorbereiden van presentaties, het voeren van gesprekken en het schrijven van verslagen. En de taaldocent kan zorgen dat er feedback gegeven wordt op de taalproductie (door hemzelf, ande re leerlingen of vakdocenten), gericht op inhoud en taal. Deze functionele benadering van het onderwijs Nederlands vraagt natuurlijk wel de nodige samenwerking en afstemming tussen taal- en beroepsvakdocenten. Integratie van taalverzorging (spelling en grammatica) In het onderwijs Nederlands, en in de maatschappij, wordt veel waarde ge hecht aan een correcte spelling en het juist toepassen van grammaticare gels (taalverzorging). Maar taalvaardig zijn houdt meer in dan goed zijn in spelling en grammatica. Daarbij is correcte taalverzorging in de ene situatie van groter belang dan in de andere. In het Referentiekader Taal is taalver zorging dan ook een van de aspecten die iemands niveau van schrijfvaar digheid bepalen, naast samenhang, afstemming op doel en woordenschat. Taalverzorging is eigenlijk de laatste, belangrijke, stap bij het overbrengen van een boodschap op schrift. Aandacht voor spelling en grammatica is een essentiële fase bij het herlezen en reviseren van een tekst. In het onderwijs Nederlands wordt relatief veel tijd geïnvesteerd in taal verzorging. De onderwijstijd die gestoken wordt in ‘losstaand’ onderwijs in spelling en grammatica brengt bijzonder weinig op voor de taalvaardigheid als geheel (Elbers, 2012). Leerlingen passen de kennis van taalverzorging niet toe in hun eigen taalgebruik (Bonset, 2010). Bovendien gaat het ten koste van de onderwijstijd die effectief besteed kan worden aan andere as pecten van de taalvaardigheid, zoals de aanpak van een schrijftaak en af stemming van het taalgebruik op het doel en de lezer (Van Gelderen & Van Schooten, 2011). Wij staan dan ook een geïntegreerde aanpak voor, waarbij

44

Made with FlippingBook HTML5