CZW3OA0001

Onderwijsassistent | 2010 Examen 3.1 CZW3OA0001

Beroepsprestatie 3.1 Participeren in overleg

(2010-oa-bp3.1)

Onderwijsassistent | Niveau 4

Beroepsprestatie

3.1

Participeren in overleg (2010-oa-bp3.1)

Opleiding: Niveau Fase 4 3

Onderwijsassistent

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs - Zorg en Welzijn & Assisterenden Gezondheidszorg

Dagelijks bestuur en managementteam P. Foppen L. Fine

B. Huijberts M. Pelgrum A. Pijnenburg

Ontwikkelteamleider S. Borkus

Ontwikkelaars van deze fase P. Hermans S. Reijnders

Redactie A. Brink M. Brok

Ontwerp Henny Witjes (Studio Blanche)

Foto’s Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Bestelnummer CZW3OA0001

0693147421

© 2011 Stichting Consortium Beroepsonderwijs - Zorg en Welzijn & AG

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vereenvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enigerlei wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande toestemming van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs - Zorg en Welzijn & Assisterenden Gezondheidszorg.

Inhoud

Beroepsprestatie 3.1 .........................................................4

Werkprocessen met de bijbehorende competenties .................5

Typering . ........................................................................5

De opdracht .....................................................................8

Het resultaat. ...................................................................9

Beoordelingslijst............................................................. 11

Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd. Daar waar leraar staat, kan ook worden gelezen leerkracht of docent. Voor kinderen, de leerlingen, de cursisten, de studenten, de deelnemers is gekozen voor: leerling, leerlingen.

Beroepsprestatie 3.1

Participeren in overleg

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie Nummer en titel van het werkproces

Competenties bij het werkproces

3.1

K

Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep

Vakdeskundigheid toepassen

3.3

E

Stemt de werkzaamheden af

Samenwerken en overleggen

Q

Plannen en organiseren

V

Met druk en tegenslag omgaan

3.4

D

Evalueert en rapporteert ervaringen en

Aandacht en begrip tonen

bevindingen

J

Formuleren en rapporteren

Typering Als ’s morgens de schoolbel gaat en ook de laatste leerlingen in hun klaslokaal zitten, heerst er een zekere rust in de school. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Er komt heel wat bij kijken om een school goed te laten draaien. Wie zorgt voor vervanging wanneer een juf of meester ziek is? Wie deelt de klassen in en wie maakt de roosters? Wie repareert een kapotte ruit en wie zorgt voor de koffie? Dit zijn maar een paar voorbeelden van zaken die afgesproken zijn in een overleg. Er zijn vele soorten overleg, bijvoorbeeld: algemene personeelsvergadering, teamoverleg, leerlingbesprekingen, onderbouw- en bovenbouwoverleg, werkgroepbesprekingen, overleg medezeggenschapsraad, directieoverleg, ouderraadoverleg, overleg met het schoolbestuur. Afhankelijk van het soort overleg staan allerlei schoolzaken op de agenda, bijvoorbeeld de aanschaf van een nieuwe methode, de aanpak van de leerlingbegeleiding, een nieuw leerlingvolgsysteem, cursus faalangsttraining voor leerkrachten, het organiseren van feestelijkheden, hoe de school er financieel voorstaat. Er is dus veel te regelen en af te spreken om ervoor te zorgen dat leerlingen op een passende manier aan de slag kunnen. Uiteindelijk gaat het om de leerlingen die met plezier naar school gaan en zich goed kunnen ontwikkelen. Gegevens uit het overleg worden genotuleerd en opgeslagen in digitale mappen of in handmatige ordners. Naast het formele overleg wordt er tussendoor ook veel gepraat over een handige aanpak, een gebeurtenis op school of een situatie in de wijk die van invloed is op de sfeer op school. In zo’n informeel overleg, ook wel deurknopgesprek of overleg in de wandelgangen genoemd, kunnen snel beslissingen genomen worden, ook wel ad hoc besluiten genoemd. Deze kunnen afwijken van eerdere afspraken. Werken in een dynamische omgeving als de school vraagt om een flexibele houding, ook van jou als onderwijsassistent. Overleg is een van de steunpilaren in een goed draaiende organisatie. Over jouw participatie in overlegsituaties gaat deze beroepsprestatie.

5

PARTICIPEREN IN OVERLEG

Voorbeeld BO/SO Na het brandalarm klinkt het door de luidspreker: “Attentie … attentie… aan alle klassen... dit is een brandoefening.” Het is de stem van de directeur. ”Verlaat allemaal rustig de school en ga naar de parkeerplaats achter de school.” Juf Ine staat rustig op: “Kom kinderen, jullie hebben het gehoord en blijf vooral rustig.” Vlug sluit Ine nog het raam van het klaslokaal en opent de deur. “Loop maar twee aan twee naar buiten. De jassen laten we aan de kapstok hangen.” Ine denkt, terwijl ze achter de kinderen aanloopt, dat zo’n brandoefening altijd ongelegen komt. De kinderen waren net zo goed aan het werk. Maar ja… de school is verplicht om zo’n brandoefening te houden. “Ik moet er niet aan denken dat zo’n brand echt uitbreekt.” Buiten telt ze nog een keer de leerlingen van haar klas en geeft dit door aan Willemijn. Onderwijsassistent Willemijn heeft vorig jaar een cursus bedrijfshulpverlening gevolgd. Twee dagen voor deze brandoefening heeft ze met de directeur en de andere BHV’ers overlegd om deze jaarlijkse oefening voor te bereiden en te houden. Voorbeeld (V)MBO Adjunct-directeur Van der Laan heeft de vergaderlijsten voor de leerlingbespreking van klas VM 23 uitgedeeld. Op de vergaderlijst staan van elke leerling de behaalde cijfers voor de vakken van het tweede leerjaar. Alle docenten van VM 23 en onderwijsassistent Lilian zitten aan de tafel in de docentkamer. ”Oké Marc, we beginnen met jouw klas,” zegt Van der Laan. Marc is klassendocent van VM 23. Er zitten nogal wat zwakke leerlingen tussen en Marc weet nu al dat hij niet uitkomt met de geplande overlegtijd. “Goed,” zegt Marc, “ik wil beginnen met Simone Albers. Een van de betere leerlingen in deze klas. Zij doet het goed en haalt mooie cijfers. Meer aandacht is nodig voor Björn Bakker. Hij is een probleemleerling. Lilian, wil jij vertellen welke extra oefeningen je met Björn gedaan hebt?” Lilian vertelt dat Björn er met de pet naar gooit. Totaal niet gemotiveerd om ook maar enige moeite te doen. “Hij heeft hij me verteld over de problemen thuis. Daar heb ik dan ook veel aandacht aan besteed. Op deze manier gaat hij het in elk geval niet redden,” zegt Mark. “Ik ga nog een keer met hem in gesprek en kom hier in ons volgende overleg op terug.” De andere docenten knikken bevestigend en willen graag verder met de volgende leerlingen. Het is te merken dat ze het vervelend vinden wanneer de leerlingbespreking weer eens uitloopt. Na afloop zegt Lilian dat ze het jammer vindt dat er nauwelijks tijd was voor het bespreken van de leerlingen die het gewoon goed doen.

TIP: Lees de opdracht en het resultaat eerst door voordat je met de planning begint.

6

ONDERWIJSASSISTENT - Fase 3

Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de beoordelingslijst. Wanneer bepaalde bewijsstukken niet haalbaar zijn, zoek dan naar vervangende bewijsstukken. Soms is het nodig dat je een aanvullend bewijsstuk inlevert. Bespreek je keuze voor de bewijsstukken met je begeleider. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

Plan een datum voor het voortgangsgesprek met je beoordelaar.

Oriënteren en Plannen Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

GO/NO GO

De moeilijkheidsgraad van de opdracht staat in de tabel hieronder aangegeven.

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

gesloten context

geleid

uitvoering van eigen takenpakket jouw samenwerking met collega’s de hele zorg- en begeleidingscyclus aansturing van collega’s op hetzelfde of lager niveau

open context

begeleid

complexe context

zelfstandig

7

PARTICIPEREN IN OVERLEG

De opdracht

A. De totale opdracht voer je uit in de beroepspraktijk. Je competenties op het gebied van de professionalisering van je beroep door kennisdeling met collega’s, door afstemming van werkzaamheden, rapporteren en evalueren worden beoordeeld met behulp van de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie. Maak hierover afspraken met je beoordelaars.

Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdrachten.

B. Deelnemen aan overleg en notuleren Je neemt deel aan één van onderstaande overlegvormen. Je maakt van dit overleg de notulen. Nadat je de notulen hebt uitgewerkt bespreek je deze met je praktijkbegeleider. • werkbespreking

• leerlingbespreking • teamvergadering

• onderbouw- of bovenbouwoverleg • werkgroep/commissievergadering.

Dit betekent dat je tijdens het overleg: • informatie verwerft (mondeling en schriftelijk) • notuleert.

Je bespreekt de notulen in het volgende overleg en verwerkt de aanvullingen en feedback. Werk de notulen zo uit dat ze worden goedgekeurd.

C. Inbreng eigen onderwerp in een overleg Je overlegt met collega’s over een door jou zelf gekozen en ingebracht onderwerp. Het onderwerp heeft betrekking op een dilemma binnen jouw werkzaamheden. Kies de daarbij

passende overlegvorm: • werkbespreking • leerlingbespreking • teamvergadering

• onderbouw- of bovenbouwoverleg • werkgroep/commissievergadering

Maak een tip-toplijst t.b.v. de evaluatie van je inbreng.

8

ONDERWIJSASSISTENT - FASE 3

Dit betekent dat je tijdens het overleg: • informatie overbrengt (mondeling en schriftelijk) • informatie verwerft (mondeling en schriftelijk) • collega’s overtuigt en beïnvloedt • eigen meningen helder formuleert en ter discussie stelt • je flexibel en collegiaal opstelt • informatie samenvat en conclusies trekt • bijdraagt aan de besluitvorming

Vraag aan het eind van het overleg aan je collega’s om de tip-toplijst in te vullen.

Als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, let er dan op dat deze voldoet aan de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Het resultaat A. De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Specifieke bewijsstukken B.

Een overleg of bespreking.

C. Samenvatting van de bespreking van jouw onderwerp met de ingevulde tip-toplijst.

Vervangende of aanvullende bewijsstukken – –

Neem de bewijsstukken op in je portfolio.

9

PARTICIPEREN IN OVERLEG

Beoordelingslijst

beroepsprestatie 3.1 Participeren in overleg (2010-oa-bp3.1)

Naam student:

Opleiding: Onderwijsassistent

Fase:

Cohortnummer:

Datum:

Je past de werkprocessen en de verworven competenties uit de vorige beroepsprestaties of proeve toe binnen deze beroepscontext.

aangetoond

Prestatie-indicatoren

Competenties

Kwalificerend

niet aangetoond

- componenten

Werkproces 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep

T Dit betekent dat:

K Vakdeskundigheid toepassen

• je vakkennis en vaardigheden bijhoudt • je daarbij feedback geeft en ontvangt • je deelneemt aan inhoudelijke, beroepsmatige discussies zodat: • je werkt aan je verdere professionele ontwikkeling en een bijdrage levert aan de professionalisering van het beroep.

– expertise delen

Werkproces 3.3 Stemt de werkzaamheden af

P Dit betekent dat: • je de werkzaamheden afstemt met de praktijkbegeleider/collega’s • je bespreekt welke taken je gaat uitvoeren • je proactief bent en aangeeft welke taken je zou willen en kunnen doen

E Samenwerken en overleggen

– afstemmen

zodat: • de taakverdeling helder en inzichtelijk is • je actief bijdraagt aan de samenwerking.

P Dit betekent dat: • je rekening houdt met de haalbaarheid van de werkzaamheden voor jou als onderwijsassistent

Q Plannen en organiseren

zodat: • jouw takenpakket uitvoerbaar is voor jou.

– doelen en prioriteiten stellen

11

PARTICIPEREN IN OVERLEG

aangetoond

Prestatie-indicatoren

Competenties

Kwalificerend

niet aangetoond

- componenten

T Dit betekent dat: • je aangeeft waar je grenzen liggen m.b.t. je werkzaamheden • je meedenkt over oplossingen om de taken te verdelen zodat: • je jouw taken zo goed mogelijk kunt uitvoeren • je meedenkt aan oplossingen als jij een taak niet kunt uitvoeren.

V Met druk en tegenslag omgaan

–– grenzen stellen

Werkproces 3.4 Evalueert en rapporteert ervaringen en bevindingen

T Dit betekent dat:

D Aandacht en begrip tonen

• je luistert naar de inbreng van anderen • je reflecteert door te verwoorden wat het effect van jouw gedrag is op leerlingen/collega’s zodat: • je bewust omgaat met gevoelens en gedachten van leerlingen/ collega’s. R Dit betekent dat: • je jouw bevindingen en ervaringen scherp en kernachtig formuleert

–– luisteren –– zichzelf kennen en laten zien

J Formuleren en rapporteren

zodat: • je een goed en helder beeld schetst van jouw bevindingen.

–– vlot en bondig formuleren

Je controleert of de bewijsstukken voldoen aan de prestatie-indicatoren in de beoordelingslijst. Bekijk je POP en je PAP. Ga na of je volgens je leerdoelen en plan hebt kunnen werken. Controleer of je de verkregen feedback hebt verwerkt.

Je voert een voortgangsgesprek. Hierin kijk je terug op de resultaten van de beroepsprestatie en je blikt vooruit op je leerproces. Pas op basis van de verkregen informatie je POP aan.

12

ONDERWIJSASSISTENT - Fase 3

aangetoond

niet aangetoond

Het voortgangsgesprek voer je op basis van:

Bewijsstukken Kwalificerend

A.

De ingevulde beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Specifieke bewijsstukken:

Werkprocessen

Competenties

3.1 3.4 3.1 3.3 3.4

K J

B. Een overleg of bespreking.

K E - Q - V D - J

C. Samenvatting van de bespreking van jouw onderwerp met de ingevulde tip-toplijst.

Aanvullende of vervangende bewijsstukken:

Werkprocessen

Competenties

Cesuur De competentieontwikkeling binnen de geselecteerde werkprocessen is op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.

13

PARTICIPEREN IN OVERLEG

Onderbouwing van de beoordeling

Algemeen:

Als de student een of meerdere competenties binnen een werkproces boven de norm heeft aangetoond, onderbouw dit dan hier. Geef tevens aan waar dit betrekking op heeft:

Praktische uitvoering

Werkprocessen

Competenties

A.

Specifieke bewijsstukken

B.

C.

De beoordelaars van de beroepsprestatie 3.1 Participeren in overleg (2010-oa-bp3.1) zijn:

Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)

Naam beoordelaar

Functie beoordelaar

Handtekening

Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)

Naam beoordelaar

Functie beoordelaar

Handtekening

Naam student

Handtekening

14

ONDERWIJSASSISTENT - Fase 3

15

PARTICIPEREN IN OVERLEG

Overzicht beroepsprestaties Zorg en Welzijn

Zorghulp Niveau 1

Intro Niveau 1 en 2

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn Niveau 2

Fase 1

Fase 2

Verzorgende Niveau 3

Fase 1

Fase 2

Fase 3

Intro Niveau 3 en 4

Verpleegkundige Niveau 4

Fase 1

Fase 2

Fase 3

Fase 1 Fase 1 Kompas 1.1 Afstemmen van de werkzaamheden van de onderwijsassistent 1.2 Voorbereiden en sisteren bij lessen 1.3 Observeren en rapporteren 1.4 (Buiten) surveilleren 1.5 Eenvoudige zorgtaken uitvoeren Competentiewijzer Fase 2 Kompas Fase 1 Fase 2 Fase 2 Fase 3 Fase 3

Medewerker maatschappelijke zorg Niveau 3

Persoonlijke begeleider gehandicaptenzorg Niveau 4

Persoonlijke begeleider specifieke doelgroepen Niveau 4

2.1 Kennismaken met kwaliteitszorg 2.2 Signaleren van leerproblemen 2.3 Plannen en faciliteren van een activiteit

Fase 1 2.4 Individuele didactische begeleiding 2.5 Begeleiden van (zorg)leerlingen Proeve Competentiewijzer Fase 3 Kompas 3.1 Participeren in overleg 3.2 Organiseren van en begeleiden bij een evenement 3.3 Begeleiden van leergedrag 3.4 Didactische begeleiding van (kleine) groepen Proeve Competentiewijzer Fase 1 Fase 2 Fase 2 Fase 3 Fase 3

Pedagogisch medewerker kinderopvang Niveau 3

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker KO - Niveau 4

Pedagogisch medewerker JZ Niveau 4

Onderwijsassistent Niveau 4

Fase 1

Fase 2

Fase 3

Sociaal cultureel werker Niveau 4

Fase 1

Fase 2

Fase 3

Sociaal-maatschappelijk dienstverlener Niveau 4

Fase 1

Fase 2

Fase 3

0693147422 Bestelnummer CZW3OA0001

Made with