Marinel Gerritsen en Marie-Thérèse Claes - Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief

1.3 Wat is communicatie?

voor wanneer mensen uit verschillende culturen met elkaar communiceren. Een woord voor een bepaald begrip heeft niet in elke taal precies dezelfde betekenis. De betekenissen van een woord kunnen onderzocht worden aan de hand van woordassociatie-technieken. Daarbij vraag je proefpersonen te reageren op een stimuluswoord: Welk woord komt in je op als je het woord ‘tafel’ hoort? De meeste mensen antwoorden dan: stoel . Het antwoord dat door de meeste men sen gegeven wordt, is de sterkste associatie. Je kunt mensen ook vragen om één of twee minuten lang alle woorden te noemen die bij hen opkomen bij tafel . Zo krijg je een serie antwoorden die geassocieerd worden met het stimuluswoord. Het geheel van deze antwoorden vormt het woordveld of het semantisch veld van het stimuluswoord. Culturen kunnen van elkaar verschillen in de seman tische woordvelden die ze bij een woord hebben. Bij het Nederlandse woord ‘gesprek’ hebben Vlamingen bijvoorbeeld de associaties ‘conversatie, luisteren’, maar Franstalige Belgen ‘discussie, onderhandeling’. In paragraaf 3.2.1 gaan we daar verder op in. Al snel na de lancering van het model van Shannon en Weaver ontdekte men dat het een te simpele, te lineaire voorstelling van communicatie was. Communicatie heeft veel meer aspecten dan Shannon en Weaver noemden. ■■ Ten eerste stelt het model van Shannon enWeaver communicatie als eenrich tingverkeer voor: A zendt een boodschap door naar B. Van enige feedback is geen sprake. In de praktijk van de communicatie is dat wel zo. De ontvanger van een boodschap zendt bewust of onbewust signalen uit die de spreker in terpreteert en die ertoe leiden dat hij zijn boodschap – hetzij de inhoud, het zij de wijze waarop hij communiceert – bijstelt. ■■ Ten tweede bepalen de context en situatie waarin je communiceert, hoe je dat doet. Tegen wie je spreekt, wie daarbij aanwezig is, wanneer en op welke plaats: dat zijn allemaal aspecten die bepalen hoe je communiceert. ■■ Ten derde communiceer je niet alleen door woorden, maar ook door de wijze waarop je je stem gebruikt, door je tempo van spreken, je houding, gebaren, enzovoort. In de vele modellen die na dat van Shannon en Weaver zijn ontworpen, heeft men geprobeerd deze aspecten van communicatie te verwerken. Een van de meest uitgebreide is het model van Targowski en Bowman (1988). Dit model bestaat grofweg uit twee delen: een gedeelte dat weergeeft hoe zen der, ontvanger en buitenwereld met elkaar verbonden zijn in de communicatie (figuur 1.11) en een gedeelte dat weergeeft voor hoeveel aspecten zender en ont vanger op één lijn moeten zitten om de communicatie goed te laten verlopen (figuur 1.12).

31

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online