14ZW4VPFB1

B. Het zorg dragen voor de mobiliteit Een basisbehoefte van ieder mens is bewegen en bewegingsvrijheid. In de zorg heb je vaak te maken met mensen die beperkt zijn in die bewegingsvrijheid. Met gerichte hulpmiddelen probeer je hen te ondersteunen in hun mobiliteit. Mobiliteit: • Verzamel informatie over veilig gebruik van hulpmiddelen bij mobiliteit. Denk daarbij aan: - rolstoel - elektrische rolstoel - rollator - scootmobiel - elleboogkrukken - wandelstok

- twee- of driepoot - aangepaste fiets. • Bestudeer deze informatie.

• Schrijf op hoe je de zorgvrager begeleidt bij het veilig gebruiken van het hulpmiddel. • Begeleid een zorgvrager in het veilig gebruiken van het hulpmiddel onder begeleiding van je begeleider. Geef hierbij instructies. Maak hierbij gebruik van instructiemateriaal. • Bij voorkeur ga je met deze zorgvrager ook naar buiten.

Of

Overleg met je begeleider of met de fysiotherapie over de instructie die de zorgvrager nodig heeft voor het gebruik van het hulpmiddel. Schrijf deze instructie op.

Instrueer de zorgvrager hoe hij dit hulpmiddel dient te gebruiken. Maak hierbij gebruik van instructiemateriaal.

Evalueer de begeleiding of de instructie met je begeleider.

Schrijf een verslag over het veilig gebruiken van het hulpmiddel of de instructie die je gegeven hebt.

Gedragsbeoordeling: WP 1.4: D Verslag of instructie: WP 1.6: L

C. Het helpen met transfers • Bestudeer protocollen en handleidingen van tilliften. • Voer bij meerdere zorgvragers de transfer met deze liften onder begeleiding uit. • Zorg voor angstreductie bij de zorgvrager. Leg daarbij vooraf en tijdens de uitvoering duidelijk uit wat er gebeurt, geef instructies en speel adequaat in op gevoelens van angst en onzekerheid. • Evalueer de transfers en de instructie aan de zorgvrager met je begeleider. • Verantwoord in een gesprek met je begeleider hoe je zorg hebt gedragen voor de angstreductie bij een zorgvrager.

Gedragsbeoordeling: WP 1.4: D Gesprek: WP 1.4: D

32

Zorg & Welzijn serie 2014

Made with