Martine Noordegraaf en Gert Vierwind (red.) - Hulpverlening aan jeugd en gezin

DEEL I  Praktijk

bij bijvoorbeeldhetCentrum voor Jeugd enGezin (CJG).Deze vorm vanop voedingsondersteuning isdus geen hulpverlening. Het gebied van de opvoedingsspanning wordt gekenmerkt door de vol gendepunten (Blokland, 2010): ■ milde enbeginnende gedragsproblemenbij kinderen;

■ bij ouders (soms) twijfel aan eigen competentie; ■ behoefte vanouders aanvrijblijvend advies en steun; ■ steun innetwerkvanouders soms onvoldoende.

Het gaat hiernogom licht problematischeopvoedingssituaties,waarindeop voeder stress ervaart en professionele hulpnodig heeft, zoals inde casus van moederSandra.Er isgeen sprakevanmatigeof ernstigeproblemen,waarvoor geïndiceerde hulpverlening nodig is. De ervaring van ouders zélf speelt een grote rol bijhetbeoordelenvandezwaartevandeproblemen.Dematewaarin zijdesituatiealszwaarervaren, isvooreenbelangrijkdeel afhankelijkvanhun draagkracht, vande omgevingwaarin ze leven en vande sociale steundie ze ontvangen (Burggraaff-Huiskes, 2011). Naast een indelingopbasis vande zwaarte vandeproblematiekkanhetwerk van de zorg ook worden ingedeeld vanuit het perspectief van de gebruikers. Dan gaat het vooral om de toegankelijkheid van de betreffende instelling of voorziening en kan onderscheid worden gemaakt tussen eerste lijn, tweede lijn enderde lijn (Janssen, 2011).Opvoedingsondersteuningvindt voorname lijkplaats in eerstelijnsvoorzieningen.Dat zijn algemene en vrij toegankelijke voorzieningen waarvan ouders en kinderen gebruik kunnen maken zonder verwijzing (dit correspondeert met het voorliggende veld) (Janssen, 2011). Voor het gebruik van voorzieningen inde tweede ende derde lijn is een ver wijzingof indicatienodig.Dat isdushet terreinvanwat inons sociale systeem ‘hulpverlening’wordt genoemd. 1.1.2 Instellingen In dit boek wordt opvoedingsondersteuning behalve als een terrein of een werkveldookgezienals eenbenaderingof eenwerkwijze.Alswerkwijzevindt zij plaats in zowel deniet-geïndiceerde zorg als indehulpverleningwaarvoor een verwijzing nodig is, zoals ambulante jeugdhulpverlening en residentiële hulpverlening.Naast hulpbij de specifiekehulpvraagkrijgenoudersdanvaak ook ondersteuning en advies in het opvoeden van de kinderen (zie hiervoor ook subparagraaf 1.1.3). Het is de bedoeling dat opvoedingsondersteuning voornamelijk via de CJG’s gaat lopen. Deze ondersteuningwordt uit gemeentelijke geldenbetaald en isdaaromvoordeoudersgratis.Daarnaast zijnerveel particulierebureaus enpraktijkendie eerstelijns, dus niet-geïndiceerde opvoedingsondersteuning

30

Made with FlippingBook - Online catalogs