00629450002

5.12 Beschrijving van de complexiteit

Je begeleider legt de moeilijkheid van de projecttaak vast die je in een bepaalde werksituatie uitvoert. Je voert de taken uit in oplopende moeilijkheid (complexiteit).

Moeilijkheids- graad (complexiteit)

Hoeveel begeleiding krijg je?

In welke situatie moet je de opdracht uitvoeren?

Moment van uitvoering

1 e half jaar

( Be)geleid Je krijgt zoveel mogelijk lei- ding tijdens het uitvoeren van de opdracht. Begeleid Je krijgt begeleiding tijdens het uitvoeren van de op- dracht. Je begeleider is in de buurt. Deels zelfstandig Voor een deel voer je zelf- standig de taak uit. Je kunt met problemen je begeleider raadplegen. Zelfstandig Je voert de taak zelfstandig uit. Je begeleider is niet altijd bij jou in de buurt. Vaak krijg je pas aan het einde ervan de controle van je begeleider.

A

Eenvoudig Je voert een aangepaste taak uit in een overzichtelijke situatie.

2 e half jaar

B

Eenvoudig Je voert een aangepaste taak uit in een overzichtelijke werksituatie.

Als beginnend beroeps- beoefenaar.

C

Standaard De taak bestaat uit verschillende werkzaamheden die je in een norma- le werksituatie uitvoert.

D

Complex De werksituatie is niet meer zo over- zichtelijk. Je zult zelfstandig naar op- lossingen moeten zoeken.

5.13 Wanneer zijn er vaststellingsmomenten?

Een vaststellingsmoment is een logisch moment om vast te stellen hoe je opleiding verloopt. Het is ook een moment waarop de examencommissie van jouw school formeel vaststelt: • of alle producten en documenten van jou aanwezig zijn en • of de procedure is uitgevoerd zoals die is afgesproken.

Jouw school kan daarvoor een eigen keus maken. Bespreek dit dus vooral met je begeleiders.

32

Made with