Kees Penninx (red.) - Kiezen en verbonden blijven

1 De oudere bestaat niet

leveren en niet moeten uitgaan van stereotiepe beelden over ouder worden. ‘De oudere’ bestaat niet. Verouderde visies Er zijn wel verouderde visies op de levensloop. Deze kunnen een blokkade zijn voor vraaggericht en effectief ondersteunen van mensen in de latere levensfa sen. Zo zullen we in dit hoofdstuk afscheid nemen van de traditionele, nog uit het pre-industriële tijdperk stammende visie op de levensloop, die zich baseerde op de zogenoemde three boxes of life . Daarin waren leren en persoonlijke groei het voorrecht van de jeugd, werken en zorgen de plicht van de volwassenen, en uitrusten en terugblikken op het geleefde leven de resterende levenstaken in de ouderdom. Moderne levens passen niet meer in dat patroon. Levensloopperspectief Dit hoofdstuk biedt bouwstenen voor sociaal werk vanuit een levensloopperspec tief. Het is geschreven voor ‘levensloopbewuste’ sociaal werkers, die hun praktijk willen baseren op kennis van de levenslooptheorie en de daarop gebaseerde le vensloopbenadering gebruiken als verbindend en dynamisch perspectief op ou der worden: ■■ verbindend : we zien ouderen niet als een aparte categorie; het ouder worden is niet iets van ‘de ouderen’, maar iets van ons allemaal; ■■ dynamisch : we gaan ervan uit dat ontwikkeling een voortdurend proces is van inspelen op verandering. Dat proces houdt niet bij een zekere leeftijd op; mensen kunnen zich tot in de hoge ouderdom blijven ontwikkelen. De paragrafen 1.2 tot en met 1.12 bevatten hoofdlijnen uit de levenslooptheorie. Achtereenvolgens komen aan de orde: beeldvorming en leeftijdsnormen in de standaardlevensloop, het ontstaan van de keuzebiografie, de vijf levensfasen, de ontwikkelingsstadia van Erikson en het belang van generativiteit (betekenis heb ben voor anderen) in de latere levensfasen, de betekenis van ingrijpende levens gebeurtenissen en verlieservaringen bij het ouder worden, copingstijlen bij ouder worden, en ontwikkelingsbehoeften bij oudere volwassenen. De paragrafen 1.13 tot en met 1.16 borduren hierop voort met een beschrij ving van de in Nederland ontwikkelde levensloopbenadering in het sociaal werk met ouderen. Elementen daarvan zijn het belang van stuurvaardigheden bij ouder worden, het onderscheiden van stuurkracht en kwetsbaarheid in vijf levensdo meinen, en het ontdekken van nieuwe perspectieven en hulpbronnen in de twee de levenshelft. We sluiten het hoofdstuk af met een integrerend balansmodel van de menselijke ontwikkeling in de tweede levenshelft.

1.2

Beeldvorming en leeftijdsnormen

Op de vraag ‘Hoe oud bent u?’ antwoorden we meestal met onze kalenderleeftijd. Ik ben 23. Ik ben 63. Voor een goede kijk op ouder worden is het nuttig ons te

25

Made with FlippingBook - Online Brochure Maker