Van oerbos tot hooiland

Herinneringen van een Staphorster boer

Over de periode 1917-1952 noteerde een onbekend gebleven boer uit Staphorst of Rouveen zijn herinneringen, half ook als dagboek. In zijn verhalen en losse opmerkingen passeren zo nu en dan mededelingen over hooi, hooien en hooiers. In teksten over het weer, gebeurtenissen in de grote wereld, preken, prijzen, brand en andere rampspoed. ‘Het is een vreemde tijd,’ constateert de schrijver in augustus 1917. Distributie en vorderingen geselen de boeren. Voortdurend moeten ze opgeven wat ze bezitten. ‘Groenland, bouwland, rogge, haver, boekweit, bonen, rapen, bieten. Ja, zelfs de turf in het veld.’ Alles ‘is even duur, tot zelfs het eikenhout toe. Alles wordt maar omgehakt.’ Later dat jaar is het ‘verbazend druk met eikels rapen’ en kost het hooi hem 52 gulden per 1.000 pond. In maart 1918 zijn zijn voorraden hooi en stro bijna op. Daarmee is hun beschuttende werking verdwenen. De wind waait soms dwars door het huis. Eind 1920 zijn de prijzen weer normaal, ook tot geluk van een boer wiens huis is afgebrand. Hij heeft een lamp op de hooizolder, de hilde, gezet en daar is bij het afhalen hooi op gevallen. Rond de kerstdagen moet de onfortuinlijke eigenaar van de afgebrande boerderij 6.000 pond hooi kopen om zijn vee, en ongetwijfeld ook zijn paard, te kunnen voeren. De prijs ligt inmiddels niet meer op 52, maar op 10 gulden per 1.000 pond. In de zomer van 1925 eist het hooi, althans het halen ervan, een leven in het Staphorsterveld. De grote storm op 10 augustus van dat jaar, vooral bekend door de gevolgen voor Borculo, doet zich ook in het veld gelden. Tegen de avond komt er in het westen een bui opzetten, waardoor de lucht pikzwart wordt. Sommigen in het dorp hebben ‘al om vijf uur de lamp op.’ Degenen die buiten aan het melken zijn, houden zich aan elkaar vast om niet om te waaien. ‘Anderen gingen plat op de grond liggen. Je kon geen adem krijgen.’ Een boerin die met haar schoonzoon een paar voer hooi wil halen, wordt op de Stadsweg, vlakbij Hasselt, ‘door de wind opgenomen en tegen de grond gesmakt.’ Om tien uur ’s avonds overlijdt ze. Het hooiland is goedkoop, meldt de schrijvende boer over 1930. Overal is er veel gras en de verhuur van land verloopt uiterst moeizaam. ‘Er waren stukken genoeg waar helemaal geen geld voor geboden werd.’ Een decennium van crisis, niet alleen in de landbouw, is aanstaande. Maar die jaren verbergen zich dan nog achter een

110

Made with FlippingBook - Online catalogs