Van oerbos tot hooiland

In tijden van oorlog Het Provinciaal Hooibureau (1916-1919)

was gevestigd in Den Haag, het Provinciaal Hooibureau voor Overijssel in Zwolle. De Provinciale Hooibureaus verstrekten onder meer vervoerbewijzen voor het transporteren van hooi. Ze hielden ook toezicht op plaatselijke commissies voor de hooiregelingen. De laatste op hun beurt waren betrokken bij de verdeling van het hooi op lokaal niveau. Zonder problemen ging de distributie bepaald niet, zoals blijkt uit een schrijven van de burgemeester P. Dorhout Mees van Zwollerkerpsel aan de Commissaris van de Koningin.

Voor de landbouw hadden de bijzondere omstandigheden tijdens de Eerste Wereldoorlog, ook al nam Nederland daaraan geen deel, grote gevolgen. De internationale ontwikkelingen hadden desondanks ook hier hun weerslag. De regering greep in met distributiemaatregelen en de verplichting tot het scheuren van grasland tot bouwland. Bij voorkeur moesten broodgraan, peulvruchten, aardappelen, haver, voederbieten en knolrapen worden verbouwd. De internationale

handel kwam onder toezicht te staan. Doel van dit alles was, de voedselvoorziening tegen redelijke prijzen veilig te stellen. Aan vrije consumptie en vrije prijsvorming kwam zo een eind. Ook de hooihandel kreeg te maken met dit beleid. Voor het scheuren van land kozen de boeren ‘menige tamme weide, maar ook veel zogenaamde wilde maten, die in een eeuwenoude zode een vrij belangrijk bodemkapitaal nagenoeg renteloos hadden vastgelegd,’ aldus een later provinciaal verslag. De grotere bedrijven leenden zich hiervoor het best. De kleinere boeren konden moeilijk tot scheuren overgaan, omdat zij hun veestapel dan belangrijk moesten inkrimpen. De bemesting van het bouwland zou dan in gevaar komen. Maar ook de hooiwinning kwam in het gedrang, want: zonder gras geen hooi.

Samen met wethouder L.A. Reuvekamp, in het dagelijks leven hooihandelaar, regelde hij de vordering en taxatie van het hooi. Het voorwerk was al gedaan door een luitenant. Het hooi dat deze voor de legerpaarden had uitgekozen, was gewoonlijk van de hoogste kwaliteit. Maar, moest de burgemeester tot zijn spijt vaststellen, het

In het kader van de Distributiewet 1916 werden op 24 mei van dat jaar een Centraal Hooibureau en elf provinciale bureaus ingesteld. Het CB

115

Made with FlippingBook - Online catalogs