Van oerbos tot hooiland

In de Winkler Prins

‘Men geeft deze naam aan afgemaaid en gedroogd gras,’ zegt de eerste druk van de geïllustreerde encyclopedie van Winkler Prins uit 1876. ‘De waarde van het hooi is zeer verschillend en hangt af van de aard en de gesteldheid van het hooiland, alsmede van de ouderdom waarop en het weer waarbij het gemaaid is. Hooi van goede, gemeste leem en kleigronden noemt men zwaar hooi; dit is veel voedzamer dan het hooi van lichtere gronden, terwijl het hooi van drassige, zure landen zuur hooi wordt genoemd. Het is te voedzamer naarmate het jeugdiger werd afgesneden, omdat het jonge gras minder houtige delen en meer stikstof houdende zelfstandigheden bevat, welke laatste overgaan in het zaad, dat bij het hooien grotendeels verloren gaat. Laat hooien is derhalve zeer verkeerd. Eigenlijk behoort het drogen van het afgemaaide gras in twee of drie dagen te geschieden. Moet het wegens regenachtig weer geruime tijd blijven liggen, dan wordt het schimmelig en verliest ook door uitwassing voedende delen. Bij het hooien dient men dus de meeste spoed in acht te nemen.’

120

Made with FlippingBook - Online catalogs