Van oerbos tot hooiland

de berg trok je met een touw de grijper naar je toe en kreeg je zo'n hele

Als je eenmaal ging hooien, dan werd het hooi met de hooimachine bij elkaar gemaakt. Dan ging de teemplank achter het paard om oppers te maken. Die moest je dan netjes opknappen, zodat ze bij een bui niet in zouden regenen. Als het heel vast weer was, dan liet je de oppers eerst op het land staan en haalde je ze later een keer op. Dan werden ze opgeprikt op de wagen. Soms was het zo warm dat je 's morgens om vier uur al naar het land ging om hooi te halen. In de hooitijd was het buitendijks altijd een drukte van jewelste. Als ik op de dijk stond en uitkeek over de buitenlanden leek het wel alsof het hele Duitse leger aan het werk was. Allemaal mensen met de hark, meestal boeren uit Hasselt. De meesten hadden al wel een hooimachine, maar ze moesten nog wel die oppers opknappen en het hooi los schudden. Ik vond het altijd prachtig om te zien als het laatste voer weg ging en het land kaal was. Dan kon je er vanaf de dijk mooi overheen kijken. Tegenwoordig is het land allemaal van Zielman, die hier iets verderop woont. Die maait een dag, hooit een dag, doet het in de balen en er komt geen vork meer aan te pas. Hooiberg Het was nog een heel karwei om het hooi van de buitenlanden naar huis te krijgen. Met de trekker was het makkelijk, maar toen we nog paarden hadden moest je met twee wagens achter elkaar de dijk over. Dat konden ze niet trekken, dus koppelde je de tweede wagen onder aan de dijk af en ging je met de eerste over de dijk heen. Vervolgens droeg je het dubbele span met de paarden ervoor weer naar de andere wagen om die op te halen. Dan ging je over de dijk en zette je beide wagens weer achter elkaar. De tweede wagen moest je tegen de eerste aan drukken. Met een trekker zet je zo'n wagen eenvoudig een stukje achteruit, maar met een paard kon dat niet. Thuis hadden we twee hooibergen waar we het hooi in opsloegen. We deden het hooi er in met een grijper. Het paard liep heen en weer om de klauw naar boven te trekken. Later gebeurde dat met een motor. Die rieten kap op de berg moest altijd helemaal opgedraaid worden. Om op het hooi te komen stond er een lange ladder met twaalf sporten tegen het hooi. Het laatste stukje moest je dan zelf klimmen. Daar had ik een enorme hekel aan, zo aldergriezeligst hoog was het. Het was een prachtig gezicht bovenin, maar je moest er wel van houden. Boven in

Fig. x. Maaien met een trekker en maaibalk. Op de trekker HarmMoed met zijn opa, 1961. (collectie Moed)

baal hooi in het midden van de berg. Dat moest je vervolgens verdelen. Dat was secuur werk. Op het laatst werkte je de berg altijd helemaal af. Dat heb ik heel veel gedaan.’ Handel Arie: ‘Bij ons thuis was ik de hooilader. Als we 4.000 pond hooi laadden, zorgde ik ervoor dat het recht op de wagen kwam en dat het er niet af viel. We hebben zelf ook wel hooi verkocht aan anderen, maar dat bracht niet zoveel op. We brachten het hooi rond met paard-en-

154

Made with FlippingBook - Online catalogs