Van oerbos tot hooiland

tezamen vormden de strookvormige percelen binnen het hooilandencomplex. Hooien op het stadsbolwerk Niet al het hooiland lag in complexen bijeen. Soms werden ook hele kleine stukjes grond benut voor het verbouwen van hooi. Een mooi voorbeeld daarvan vormen de malle strookjes hooiland langs twee van de in totaal zeven bolwerken van de stad Kampen. Het hart van deze ‘hooibolwerken’ bestond uit een tuin, terwijl het hooi er langs de randen werd gewonnen op een oppervlakte van nog geen halve hectare. In één van de hooibolwerken vinden we nog een heel klein stukje tuin terug te midden van het hooiland. Het hooiland was eigendom van de stad Kampen en werd verpacht aan eenieder die er belangstelling voor had. In het jaar 1795 had Jan Nieuwenhuis de strookjes gehuurd om er hooi te kunnen winnen. In dat jaar werd Kampen belegerd door Franse Dragonders. De soldaten stonden niet toe dat Jan langs de bolwerken hooi ging winnen, waardoor Jan van zijn inkomsten werd belet. In de Apostillen van Kampen – een reeks van bezwaarschiften gericht aan de Schepenen en Raad van Campen uit de periode 1624 tot 1809 - kunnen we daarover het volgende lezen: “ Op den Requeste van Jan Nieuwenhuis, te kennen gevende, dat hij in den jare 1795 het Cingel als mede het Bolwerk hadde gehuurd om te hooijen, doch dat het gebruik daarvan aan hem door de Fransche Dragonders wierde belet, verzoekende over zulks van de huur ad f.16 -10 - , ontheven te worden .” 117

Fig. x. Op een kaart uit 1598 staat het desbetreffende hooibolwerk afgebeeld. Het is maar de vraag of men ook toen al de bolwerken als hooiland gebruikte.

117 Van Hulzen 2017.

70

Made with FlippingBook - Online catalogs