Van oerbos tot hooiland

was en dankzij het daarin opgenomen slib zorgde voor een natuurlijke bemesting van de landerijen. Het zoute of brakke water dat vanuit de Zuiderzee van tijd tot tijd over het boerenland stroomde vormde echter wel een probleem voor de toenmalige bewoners. Wateroverlast Het Buitenland bestond uit een aaneengesloten complex van in lange stroken verkavelde landerijen tussen de IJssel en de Hoge weg. Een zomerdijk beschermde het Buitenland tegen zomerse overstromingen vanuit de IJssel zodat het vee dat er werd geweid en het hooi dat er werd verbouwd geen gevaar liep of beschadigd raakte. Bescherming tegen het van tijd tot tijd opgestuwde zeewater vanuit de Zuiderzee dat via een laagte met de naam ‘de Enk’ zo het Buitenland in kon stromen was er niet en was in de beginfase vermoedelijk ook niet nodig omdat het land nog niet ver genoeg was ingeklonken en omdat de stormvloedstanden nog betrekkelijk laag waren. Van een beschermende dijk tegen het zeewater langs de Enk kwam het voorlopig ook niet. In plaats daarvan zijn de toenmalige boeren het rond 1300 hogerop gaan zoeken om zodoende droge voeten te houden. De bewoning schoof verder het veen in richting het hoger gelegen Binnenland. 129 De achtergelaten landerijen zullen in gebruik zijn gebleven als hooiland en weiland, die regelmatig door zowel de IJssel als door het Zuiderzeewater overspoeld raakten.

Fig. x. Ten Have 1648. Ondanks het verdwijnen van de bewoning in het Buitenland raakte het gebied mettertijd toch beter beschermd tegen zowel de zee als tegen de rivier. De Enk werd afgedamd door de aanleg van een dijk tussen de Hogeweg en de Zwartendijk. Dat gebeurde in het jaar 1478. De dijk brak daarna nog meerdere malen door, gezien de oppervlakte overslaggronden die de bodemkaart voor dit gebied weergeeft (pag. x) Dat het Buitenland rond 1832 deels als weiland gebruikt kon worden kan te maken hebben met het hoger opslibben van dit nog lang

129 Van der Schrier 2008 87.

75

Made with FlippingBook - Online catalogs