006BTKES0017

BasIsdocumentBeroepstaakgestuurdleren

5.7 Werken met de STARTT-methode

Bij de beoordelingsgesprekken kan je begeleider de STARTT-methode gebruiken om er zeker van te zijn dat hij belangrijke gegevens niet overslaat. Met deze methode kun je jezelf als student goed op het beoordelingsgesprek voorbereiden. STARTT staat voor Situatie, Taak, Actie, Resultaat, Terugkijken en Transfer . Dit is de volgorde van de punten die aan de orde komen in het gesprek. Situatie Geef een zo compleet mogelijk beeld van de situatie. • Waar doe je meestal je werk? • Verloopt de communicatie met je collega’s / medestudenten goed? • Heb je te maken met werkdruk? • Zijn er dingen die je van je werk houden? Taak Wat was jouw taak? • Wat wordt in de gegeven situatie van jou verwacht? Actie Welke werkzaamheden heb je uitgevoerd? • Op welke manier heb je de werkzaamheden uitgevoerd? • Wat deed je in de gegeven situatie en waarom? Resultaat Wat is het resultaat van jouw activiteiten? • Wat was goed gelukt en wat kun je nog verbeteren? Terugkij-ken Stel samen met je begeleider vast wat je hebt geleerd van de situatie en welke consequenties dat heeft voor je functioneren in de toekomst. • Wat was goed en wat kon beter? Transfer • Welke tips neem je over bij de volgende beroepstaken? • Wat ga je in de toekomst verder toepassen? Tijdens het gesprek moet je de producten toelichten om er zeker van te zijn dat het ingeleverde materiaal van jou afkomstig is en dat jij de inhoud hiervan beheerst. Voordat een beoordelingsgesprek begint, krijg je te horen om welke producten het gaat.

Voorbeelden van zulke producten zijn: • het bewijs van het werkstuk (bijvoorbeeld een foto)

• notities van het functioneringsgesprek • notities van proces- en productevaluatie • een competentiescoretabel • het product van een beroepstaak

26

Made with