CZW20120213
Prestatie-indicatoren
voldoende goed
Competenties
Kwalificerend
onvoldoende
- componenten
T Dit betekent dat: • je aangeeft waar je grenzen liggen met betrekking tot je werkzaamheden • je meedenkt over oplossingen om de taken te verdelen zodat: • je jouw taken zo goed mogelijk kunt uitvoeren • je meedenkt over oplossingen als jij een taak niet kunt uitvoeren. T Dit betekent dat: • je betrokkenen vraagt naar hun ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden ondersteuning • je luistert naar de inbreng van anderen • je reflecteert door te verwoorden wat het effect van jouw gedrag is op leerlingen/collega’s zodat: • je bewust omgaat met gevoelens en gedachten van leerlingen/collega’s. P Dit betekent dat: • je jouw bevindingen en ervaringen scherp en kernachtig formuleert
V Met druk en tegenslag omgaan
–– grenzen stellen
Werkproces 3.4 Evalueert en rapporteert ervaringen en bevindingen D Aandacht en begrip tonen
–– luisteren –– zichzelf kennen en laten zien –– interesse tonen
J Formuleren en rapporteren
zodat: • je een goed en helder beeld schetst van jouw bevindingen.
–– vlot en bondig formuleren
Bewijsstukken Kwalificerend
A.
De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
Specifieke bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
3.1 3.4
K D - J
B. Een schriftelijke samenvatting van je visieontwikkeling.
3.4
D - J
C. Een kort verslag van de visiebespreking en de verzameltip-toplijst.
3.3 3.4
E - Q - V D - J
D. Een beknopte beschrijving van het dilemma, de strekking van de bijeenkomst en de manier waarop je het dilemma gaat aanpakken.
Aanvullende of vervangende bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
Cesuur In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond. ja nee
12
ONDERWIJSASSISTENT - Fase 3
Made with FlippingBook