CZWLB0006

CZWLB0006

Leerprestatie 2 Samenwerkend leren (2011-2012-lp2-vmbo) 

Leren doe je samen Samen weet je meer dan alleen

Typering Yanita en Kim werken samen aan een opdracht over hun gezamenlijke hobby streetdance. Ze hebben goede afspraken gemaakt en houden elkaar op de hoogte van hun vorderingen. Hun samenwerking verloopt zonder problemen. Jaron en Kimberley werken ook samen aan een opdracht. Zij hebben gekozen voor het maken van een presentatie over voetballen. Ze zijn direct begonnen aan de opdracht zonder goede afspraken te maken. Ook vertellen ze elkaar niet veel over waarmee ze bezig zijn. Vlak voor de inleverdatum staat er nog maar weinig op papier.

De opdracht Goed samenwerken is van belang voor je toekomstige beroep. Samenwerken kan lastig zijn. Iedereen heeft een eigen stijl van werken. Het kan gebeuren dat je moet samenwerken met iemand met wie het niet klikt. Dat kan nu op school al gebeuren, maar ook in je latere beroep. Als het dan toch lukt om samen te werken, ben je professioneel bezig. Bij Zorg en Welzijn wordt veel aandacht besteed aan samenwerken.

Als je samenwerkt, is het belangrijk om goede afspraken te maken, bijvoorbeeld over wie wat doet. Schrijf dit op in je logboek. Ook is het belangrijk dat je elkaar durft aan te spreken wanneer het werk niet wordt uitgevoerd zoals jullie hebben afgesproken.

Samenwerken leer je door te doen. Kijk naar jezelf en naar de ander. Waar ben jij goed of juist niet? Wat zijn de kwaliteiten van je groepsgenoten?

Wat leer je van elkaar? Vul je elkaar goed aan?

2012 Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd.

Leerprestatie 2 Samenwerkend leren (2011-2012-lp2-vmbo)

Maak onderstaande opdrachten.

A. Een woordweb maken over drie werkvelden van de sector/het vak Zorg en Welzijn Je begint een woordweb door een werkveld, bijvoorbeeld het kinderdagverblijf, in het midden van het woordweb te schrijven. Daarna schrijf je in elke ballon dingen die in je opkomen als je aan dat werkveld denkt of die je misschien al weet van dat werkveld. Je werkt in tweetallen. Pak de bijlage met het lege woordweb. Kopieer bijlage 1. Samen moet je negen lege bijlagen hebben. Maak eerst individueel een woordweb over drie werkvelden in de sector/het vak Zorg en Welzijn. In elke ballon schrijf je iets op wat met het werkveld te maken heeft. Ga vervolgens in tweetallen bij elkaar zitten en vul opnieuw een woordweb in. Dit doe je door van de twee individuele woordwebs één gezamenlijk woordweb te maken. B. Interview met een 4 e klasser over het de sector/vak Zorg en Welzijn Neem een interview af bij een 4 e klas student Zorg en Welzijn over de sector/het vak Zorg en Welzijn. Werk in tweetallen. Stel samen vragen op voor het interview. Je wilt in het interview van alles horen over opleidingen en vakken in Zorg en Welzijn. Spreek af wie wat doet en noteer dat in je logboek. Maak tijdens het interview een foto van de interviewer en de geïnterviewde. Vraag wel eerst toestemming voordat je de foto maakt. Voeg de foto in het artikel dat jullie samen schrijven aan de hand van het interview. Het artikel is maximaal één A4’tje. Geef elkaar feedback over het resultaat en jullie samenwerking en schrijf dit op. Vraag je mentor om feedback over het resultaat en jullie samenwerking. Noteer ook dit. Lever het artikel, het logboek en de feedback in. Vul het evaluatieformulier in. Dit staat in bijlage 2: ‘Hoe hebben we samengewerkt?’.

Vul het evaluatieformulier in. Bijlage 2 ‘Hoe hebben we samengewerkt?’.

Leerprestatie 2 Samenwerkend leren (2011-2012-lp2-vmbo) 

C. Voorlichting geven over het de sector/vak Zorg en Welzijn Bij deze opdracht werk je in drietallen. Je geeft voorlichting over de sector/het vak Zorg en Welzijn aan 2 e klassers die geïnteresseerd zijn in het vak Zorg en Welzijn. Overleg met elkaar over welke onderwerpen/werkplekken van Zorg en Welzijn jullie voorlichting willen geven aan de 2 e klassers. Overleg met je mentor of hij/zij akkoord gaat met de door jullie gekozen onderwerpen.

Maak een presentatie.

Bespreek eerst met elkaar wat je wilt vertellen over Zorg en Welzijn. Wat moeten de leerlingen weten voordat ze de sector/het vak gaan kiezen?

Wat heb je nodig? Voorlichtingsmateriaal, de lesmethode, een beamer of flap-over enz. Overleg met je mentor wanneer je de voorlichting kunt geven. Misschien mag je de toekomstige leerlingen van Zorg en Welzijn een rondleiding door het lokaal van Zorg en Welzijn geven.

Schrijf alle gemaakte afspraken op in je logboek. Vraag de docent die bij de presentatie aanwezig is om jullie te beoordelen.

Vul het evaluatieformulier in. Bijlage 2 ‘Hoe hebben we samengewerkt?’.

Het resultaat Na het maken van jouw opdrachten heb je drie bewijsstukken. Let erop dat de bewijsstukken voldoen aan de eisen in de beoordelingslijst. Noteer de letters die overeenkomen met je bewijsstukken in de juiste kolom van de beoordelingslijst. Bijvoorbeeld bewijsstuk A bij de eisen ‘Je maakt een woordweb’. De bewijsstukken zijn: A. Drie individuele woordwebs en drie gezamenlijke woordwebs over drie werkvelden. Het evaluatieformulier ‘Hoe hebben we samengewerkt?’. B. Het artikel over het interview. De schriftelijke feedback van jullie samen en van je mentor. Het logboek. Het evaluatieformulier: ‘Hoe hebben we samengewerkt?’. C. De tekst van de voorlichting. Het logboek. De beoordeling van de presentatie. Het evaluatieformulier ‘Hoe hebben we samengewerkt?’.

Neem de bewijsstukken op in je portfolio.

2012 Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd.

Beoordelingslijst - Leerprestatie 2 Samenwerkend leren (2011-2012-lp2-vmbo)

Naam leerling

Sector

Datum

Bewijsstukken

Competenties - componenten

Eisen aan de opdrachten Je werkt samen aan een onderzoek over welk werk er is binnen Zorg en Welzijn Creëren en innoveren – creatief en vernieuwend handelen Dit betekent dat: • je individueel bedenkt wat er bij de drie gekozen werkvelden hoort • je jouw ideeën vergelijkt met informatie over drie werkvelden binnen Zorg en Welzijn • je jouw ideeën vergelijkt met die van een groepsgenoot

Niet aangetoond Bewijsstuk(ken) Letter A. B. C. Aangetoond

Samenwerken en overleggen – anderen raadplegen

zodat: • je vervolgens in overleg met je groepsgenoot één woordweb maakt. Dit betekent dat: • je informatie inwint door middel van een interview • je informatie uit een interview op een duidelijke manier ordent en verwerkt in een artikel zodat: • jij en de groepsgenoot met wie jij samenwerkt een artikel schrijven over wat je nog kunt verwachten van het vak Zorg en Welzijn. Dit betekent dat: • je informatie verzamelt voor de voorlichting over Zorg en Welzijn • je samen de voorlichting plant en uitvoert • je de afspraken en de vorderingen bijhoudt in een logboek • je in correct Nederlands presenteert zodat: • je met de twee andere groepsgenoten de presentatie voorbereidt • je met de twee andere groepsgenoten de presentatie uitvoert • anderen informeert over Zorg en Welzijn • je de feedback gebruikt om bij een volgende leerprestatie (nog) beter te presteren.

Formuleren en rapporteren

– Nederlandse taal functioneel gebruiken (2F)

Onderzoeken – informatie verzamelen en ordenen

Je geeft voorlichting over Zorg en Welzijn Presenteren – Nederlandse taal functioneel gebruiken (2F)

Plannen en organiseren – activiteiten plannen en de voortgang bewaken Leren – leren van feedback en fouten

© 2012 Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd.

Handtekening leerling:

Datum:

Naam leerling:

Handtekening beoordelaar:

Naam beoordelaar:

Functie beoordelaar:

Wegwijzer - Leerprestatie 2 Samenwerkend leren (2011-2012-lp2-vmbo) 

Geef in eigen woorden antwoord op de volgende vragen.

Waar gaat de opdracht/leerprestatie over? Waarop word je beoordeeld bij deze opdracht? Lees de opdracht goed en lees de eisen in de beoordelingslijst. Wat wil je graag leren? Welke competenties staan in de beoordelingslijst? Welke kennis en vaardigheden (kennen en kunnen) en houding heb je nodig om deze opdracht goed te maken?

Wanneer je goed op de hoogte bent wat je wilt doen, dan ga je naar de volgende stap. Doe dit in overleg met je mentor.

Gebruik de 5 W’s als je de opdracht gaat plannen • Wat ga je doen? • Waar ga je het doen? • Met wie ga je werken aan deze opdracht?

• Wanneer moet de opdracht af zijn? • Welke hulpmiddelen heb je nodig?

Hieronder staan voorbeelden van hulpvragen per opdracht. Deze kunnen je helpen bij het uitwerken van de planning.

A. Je maakt een woordweb • Welke drie werkvelden binnen Zorg en Welzijn kies je? Wat vind je leuk en minder leuk aan deze werkvelden? • Wat ben je van plan bij deze opdracht? Hoe kom je aan goede informatie?

• Waar ga je de opdracht uitvoeren? • Met wie ga je de opdracht uitvoeren? • Wanneer overleg je met je groepsgenoot? • Wanneer lever je het bewijsstuk in?

B. Interview met een 4 e klasser Zorg en Welzijn • Met wie ga je samenwerken? Wie ga je interviewen? • Waar ga je deze opdracht uitvoeren? • Welke vragen wil je stellen? • Wanneer ga je interview afnemen? • Wanneer schrijf je het artikel? Schrijf duidelijk wie wat schrijft. Voeg jullie stukken samen. • Wanneer lever je het bewijsstuk in?

2012 Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd.

Wegwijzer - Leerprestatie 2 Samenwerkend leren (2011-2012-lp2-vmbo)

C. Je geeft voorlichting over Zorg en Welzijn • Wat ben je van plan bij deze opdracht? Waar haal je informatie vandaan?

• Met wie ga je deze opdracht uitvoeren? • Waar ga je deze opdracht uitvoeren? • Wanneer ga je deze opdracht uitvoeren? • Wanneer lever je het bewijsstuk in? • Welke hulpmiddelen heb je nodig?

Overleg eerst met de docent of je planning klopt voordat je doorgaat naar de volgende stap.

• Voer je planning uit. • Houd een logboek bij van je werkzaamheden. • In een logboek staat wat je hebt gedaan, wanneer, waar, hoelang, met wie, de taakverdeling enz. Het logboek is ook handig om te reflecteren. • Schrijf ook op als je je niet hebt gehouden aan de planning. • Waarom heb je dat niet gedaan? Wat gebeurde er toen? Hoe heb je de opdracht weer opgepakt?

• Controleer of je alle onderdelen van de opdracht/leerprestatie hebt gemaakt. • Controleer of alle onderdelen voldoen aan de beoordelingseisen op het beoordelingsformulier.

Je kijkt terug op het maken/uitvoeren van de opdracht.

Schrijf het antwoord op onderstaande vragen op. • Je kijkt terug op het maken/uitvoeren van de opdracht. • Raadpleeg je logboek. • Schrijf het antwoord op onderstaande vragen op: • Wat heb je geleerd van het maken van de opdracht? • Welke dingen gingen goed? • Welke dingen gingen niet/minder goed?

• Ben je tevreden over het resultaat? Leg je antwoord uit. • Ben je ontevreden over het resultaat? Leg je antwoord uit. • Was het moeilijk om informatie te zoeken, was dit makkelijk of moeilijk en waarom? • Vond je het moeilijk om de informatie te verwerken in goed Nederlands? • Geef aan welke smiley past bij het resultaat van de opdracht en leg uit waarom. • Aan welke leerpunten wil je bij een volgende opdracht werken?

Bijlage 1: Woordweb (2011-2012-lp2-vmbo) 

Bijlage 2: Evaluatieformulier Hoe hebben we samengewerkt? (2011-2012-lp2-vmbo)

Hoe hebben jullie samengewerkt in je groepje? Bespreek het samen en kruis de antwoorden aan. Je levert een, gezamenlijk ingevuld, evaluatieformulier in bij elke opdracht.

Mijn groep bestond uit de volgende groepsleden:

1.______________________________________________________________

2.______________________________________________________________

3.______________________________________________________________

4.______________________________________________________________

Bijlage 2: Evaluatieformulier Hoe hebben we samengewerkt? (2011-2012-lp2-vmbo)

Zet een kruisje in de juiste kolom.

Vaak niet

Hoe hebben we samengewerkt?

Altijd Meestal wel

Niet

1

We luisterden goed naar elkaar.

2

We lieten elkaar uitpraten.

3

We gaven iedereen de kans om mee te doen.

4

We lachten elkaar niet uit.

5

We waren beleefd naar elkaar en zeiden geen vervelende dingen.

6

Niemand probeerde zijn zin door te drijven.

7

We hielden rekening met elkaar.

8

We hielden onze aandacht bij de opdracht.

9

De taken werden eerlijk en in overleg verdeeld.

10

We hielden ons aan de gemaakte afspraken.

11

We spraken elkaar aan over het resultaat van het werk.

12

We hadden het werk op tijd af.

13

We hebben het werkproces aangepast toen dat nodig was.

Bekijk de ingevulde lijst. Tel de kruisjes bij elkaar op. Kruis aan hoe jullie de samenwerking waarderen.

niet heel goed

Slecht

Goed

Hoe hebben jullie samengewerkt?

Schrijf op wat jullie goed vonden aan jullie samenwerking. __________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

Tips voor een volgende keer: __________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

Made with