Arie Wilschut, Dick van Straaten en Marcel van Riessen - Geschiedenisdidactiek

Deel I  De fundamenten

op wat in het algemeen geldt voor menselijke samenlevingen, op min of meer per manente wetmatigheden. Daarbij speelt het tijdsverloop een ondergeschikte rol, hoewel dat natuurlijk nooit helemaal uit het oog kan raken, omdat de menselijke samenleving nu eenmaal historisch van karakter is. Bijvoorbeeld: sociologie is ge ïnteresseerd in het verschijnsel racisme en de factoren in een samenleving die dat kunnen beïnvloeden, terwijl geschiedenis is geïnteresseerd in het precieze verloop van de gebeurtenissen in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw in de Ver enigde Staten waarbij racisme een rol speelde. Of: economie is geïnteresseerd in de wijze waarop economische crises tot stand komen en kunnen worden bestreden, terwijl geschiedenis zich bezighoudt met het verloop van gebeurtenissen op eco nomisch gebied in de jaren dertig van de twintigste eeuw in diverse landen en met de verschillende manieren waarop regeringen op de crises reageerden. Het onderscheid tussen het individualiserende karakter van geschiedenis en het generaliserende van andere sociale wetenschappen wordt vaak gemaakt. Toch kan men zich afvragen of alles ermee gezegd is. Als alles wat geschiedenis bestu deert alleen maar bijzonder en uniek zou zijn, zou het onmogelijk zijn er iets be grijpelijks over te zeggen. Wij kunnen gebeurtenissen en verschijnselen immers alleen begrijpen als we erover spreken in termen die ons bekend zijn. Zo moet iemand die iets wil uitleggen over Napoleon of Caesar gebruikmaken van begrip pen als veldheer, alleenheerser, keizer, enzovoort. In dit verband merkt de Britse historicus Elton op: ‘The unique event is a freak and a frustration; if it is really unique – can never recur in any meaning or implication – it lacks every measurable dimension and cannot be assessed. But to the historian, facts and events (and people) must be individual and particular: like other entities of a similar kind, but never entirely identical with them.’ 17 Het individualiserende karakter van geschiedenis is belangrijk voor het onderwijs, waarin het er immers om gaat duidelijkheid te scheppen over een onbekende histo rische situatie. Een algemeen begrippenkader dat mensen in staat stelt het verleden te begrijpen, episoden met elkaar te vergelijken en overeenkomsten en verschil len te onderscheiden, zal daarbij een grote rol spelen. We komen daarop terug in hoofdstuk 2. 1.1.6 De betekenis van historisch denken Het bestrijden van mythevorming is een algemeen belang voor vrijwel alle vak ken in het onderwijs. Historische mythen worden vaak gebruikt om een politieke claim kracht bij te zetten, om iets te bewijzen of de gerechtvaardigdheid van een bepaalde redenering te onderbouwen. Voor een gezond maatschappelijk debat is het natuurlijk belangrijk dat mensen zich op feitelijk juiste argumenten baseren. Zo kunnen de feiten over de geschiedenis van de slavernij en over het ontstaan van de islam grote invloed hebben op de verhoudingen in een pluriform-culturele samenleving.

30

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online