7. Nederlands enModerne Vreemde Talen
7.1 Communicatie algemeen
7.2 Nederlands
7.3 Moderne Vreemde Talen
7.1 Communicatie algemeen
De taalvaardigheden die je nodig hebt voor je beroep heb je misschien
al aangetoond. Het kan ook zijn dat je dat in deze kwalificerende periode
doet.
Als er nog bewijzen nodig zijn voor kwalificering kun je die in deze map
bewaren.
Informatie voor begeleiders
Het taalniveau van de student wordt aangetoond door kwalificerende beoordelingen van de
verschillende taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn verdeeld in de volgende domeinen:
Lezen, Luisteren, Schrijven, Spreken enGesprekken voeren.
Volgens het kwalificatiedossier DTP-er moet een student binnen de beroepscontext op een
vastgesteld taalniveau binnenhetEuropeseRaamwerkenhetRaamwerkNederlandskunnen
functioneren.
In de kwalificatiedossiers vanaf 2011-2012 worden voor Nederlands (en Rekenen) de
referentieniveaus van Meijerink opgenomen. Voor Nederlands spreekt men dan van:
lezen, luisteren, spreken, gesprekken voeren en schrijven. Het onderdeel taalverzorging is
opgenomenbij schrijven.HetministerievanOCW zal vanaf 2013-2014de referentieniveaus in
hetmboop tweevaardigheden (lezenen luisteren) toetsenviacentraal ontwikkeldeexamens.
Scholen kunnen vanaf 2011-2012deelnemen aanpilotexamens.
59
Hoofdstuk7.NederlandsenModerneVreemdeTalen
