00670610008 - page 11

Reflectieverslag
: Je beoordelaar leest in je verslag waarom je bepaalde
keuzes hebt gemaakt en wat je precies gedaan hebt om tot het resultaat
te komen.
Beoordelingsgesprek
: Je beoordelaar vraagt waarom je bepaalde
keuzes hebt gemaakt, welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet en
hij achterhaalt zo nodig wat jouw aandeel is geweest wanneer je een
werkproces in een groep hebt uitgevoerd.
Presentatie
: Je legt uit waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke
kennis en vaardigheden je hebt ingezet en wat jouw aandeel is geweest
wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd.
In bijlage 2 staat omschreven wat de beoordelingsmethoden precies
inhouden en hoe en door wie ze worden uitgevoerd. In bijlage 3 staat het
formulier voor een reflectieverslag. In bijlage 4 staan de richtlijnen voor
een beoordelingsgesprek.
Beoordelen van producten
De aangegeven producten moeten voldoen aan alle (eventueel wettelijke)
eisen die de branche en/of de beroepspraktijk en/of de opdrachtgever
stel. In de beoordelingsformulieren staat bij de producten aangegeven aan
welke eisen ze moeten voldoen.
Producten worden beoordeeld met
O
V
G
.
O
Onvoldoende
Een product is onvoldoende wanneer niet wordt voldaan aan een of meer
van de criteria bij het product.
V
Voldoende
Een product is voldoende wanneer wordt voldaan aan de criteria bij het
product.
G
Goed
Een product is goed wanneer het resultaat bovengemiddeld is.
Beoordelen van competenties
Bij elk van de competenties bij een werkproces staat aangegeven welk
competent gedrag van je wordt verwacht en wat het gewenste resultaat is.
Het gewenste resultaat is meestal een product of een dienst.
Voor de beoordeling van je gedrag, staan bij de competentie de eisen
waaraan je moet voldoen. Dat zijn eisen die betrekking hebben op de
gedrag en op de kennis en vaardigheden die je moet tonen.
11
Hoofdstuk 2. Informatie voor de student
1...,2,3,4,5,6,7,8,9,10 12,13,14,15,16,17,18,19,20,21,...142
Powered by FlippingBook