Daar waar de zij-vorm staat, wordt ook de hij-vorm bedoeld of omgekeerd.
Voor de term ‘cliënt’ kan ook gelezen worden: klant, patiënt.
Inhoud
Inleiding ..................................................................... 4
Instructie .................................................................... 5
Beroepsprestatie 5 ........................................................ 6
Werkprocessen met de bijbehorende competenties ............. 7
Typering . .................................................................... 7
Opdrachten voor je stage ............................................... 8
Het resultaat . ............................................................ 14
Beoordelingslijst ........................................................ 15
De Wegwijzer ............................................................. 18