ZORGHULP - Fase 1
6
Samenwerken en overleggen
Mouna enWies werken beide als zorghulp in een woonvorm voor
mensenmet een verstandelijke beperking.
“Hoi Mouna,” zegt Wies als ze Mouna ziet binnenkomen.
“De koffie staat klaar op tafel, ik kom er zo aan als ik de
handdoeken heb opgeruimd.”
“Zo, wat een heerlijk dagje was dat, ik heb een heleboel kunnen
doen,” vertelt Wies even later tijdens de overdracht.
“De vroege dienst was al klaar met de verzorging van de cliënten
toen ik binnenkwam. Ik hebmeteen de tafel gedekt en toen
hebben wemet zijn allen ontbeten.”
Alleen Jos heeft niet ontbeten, hij vertelde dat hij buikpijn had.
Als het goed is, heeft de vroege dienst dit in de rapportagemap
geschreven.
Toen een uurtje later iedereen de deur uit was voor werk of
dagbesteding ben ik boven begonnenmet de schoonmaak. Ik
heb alle kamers volgens de afspraak een `grote beurt´ gegeven.
De badkamer heb ik schoongemaakt en ook de toiletten boven
en beneden.
Peuterspeelzaal
“Hoi Karen”, zegt demoeder van Damien als ze de keuken van
peuterspeelzaal Pimpeloentje binnenstapt.
“Ik hoorde dat jij de drinkbekertjes afwast en de tasjes opruimt
van de kinderen.”
“Dat klopt,” zegt Karen, “is alles naar wens?”
“Ja hoor, ik heb alleen een vraagje. Zou je voortaan de deksel
niet op de beker van Damien willen doen, de beker ruikt dan niet
zo fris.”
“Oké dat zal ik doen,” antwoordt Karen.
