CZW20120047 - page 11

COMPETENTIEWIJZER
9
Competentie E: Samenwerken en overleggen
Werkprocessen:
1.2 Stelt een activiteitenprogramma op
(BP 1.3, BP 2.5, Proeve fase 2)
Componenten:
anderen raadplegen en betrekken
Eindgedrag:
Je vraagt de mening en ideeën van kinderen en stimuleert hen om input te leveren voor het
activiteitenprogramma en schakelt indien nodig je netwerk in, zodat het activiteitenprogramma tegemoet
komt aan de wensen en behoeften van de kinderen.
1.3 Maakt een plan van aanpak
(BP 1.4, BP 2.4, BP 2.5, Proeve fase 2, Verantwoordingsverslag fase 2)
Componenten:
afstemmen
Eindgedrag:
Je bespreekt de inhoud van het plan van aanpak en de consequenties ervan met het kind en de ouders/
vervangende opvoeders, zodat zij weten wat ze kunnen verwachten als het plan van aanpak wordt uitgevoerd.
2.1 Biedt het kind/de jongere opvang
(BP 1.3, BP 2.4, BP 2.5, Proeve fase 2)
Componenten:
proactief informeren
Eindgedrag:
Je informeert de ouders/vervangende opvoeders over de gang van zaken in de opvang en over de sociaal-
emotionele ontwikkeling van het kind.
Je deelt met hen kennis en ervaring en inzichten met betrekking tot de opvoeding van het kind,
zodat je de ouders/vervangende opvoeders steeds op de hoogte houdt van de gang van zaken in de opvang
en van de ontwikkeling van hun kind en zij bij opvoedingsvraagstukken kunnen profiteren van de kennis en
ervaring die jij met hen deelt.
3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
(BP 1.4, BP 3.1, BP 3.3, Proeve fase 3)
Componenten:
afstemmen, anderen raadplegen en betrekken
Eindgedrag:
Je overlegt bij de uitvoering van de opvang en begeleiding tijdig en regelmatig met collega’s.
Je raadpleegt anderen indien nodig.
Je weet wat de consequenties zijn van jouw eigen acties.
Je stelt je zo op dat de samenwerking in het team soepel verloopt, zodat de gezamenlijke dienstverlening
eenduidig en soepel verloopt.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
de specifieke kenmerken van het
werkveld
de specifieke kenmerken van de
doelgroepen
de bevoegdheden en
verantwoordelijkheden van de functie
pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg
de regels van feedback geven en
ontvangen
communicatietechnieken
het plan van aanpak van het kind/de
jongere
de eisen van een plan van aanpak
de principes van samenwerken
samenwerken binnen een team
werkrelaties aangaan
afspraken maken en je er aan houden
een gesprek voeren
actief luisteren
een plan van aanpak opstellen
een plan van aanpak uitvoeren
een kind/de jongere begeleiden met de
doelstellingen vanuit het plan van aanpak
een zinvolle bijdrage leveren aan een
evaluatie
feedback ontvangen en op constructieve
wijze geven
kenbaar maken wat je kwaliteiten, grenzen
en valkuilen zijn
respectvol
belangstellend
empathisch
flexibel
weerbaar
gericht op
feedback
aanspreekbaar
op je gedrag
betrouwbaar
klantvriendelijk
reflectief
creatief
...................
1...,2,3,4,5,6,7,8,9,10 12,13,14,15,16,17,18,19,20,21,...24
Powered by FlippingBook