Daar waar de zij-vorm staat, wordt ook de hij-vorm bedoeld of omgekeerd.
Waar cliënt staat, kan ook worden gelezen: zorgvrager, bewoner, gehandicapte, kind.
Inhoud
Beroepsprestatie 1.4 .........................................................4
Werkprocessen met de bijbehorende competenties .................5
Typering . ........................................................................5
De opdracht .....................................................................7
Het resultaat. ...................................................................8
Beoordelingslijst...............................................................9