006121230001 - page 25

4.3 Persoonl i jk Act ivi tei ten Plan (PAP) en planning
Wat doe je?
Je onderzoekt per kerntaak nauwkeurig welke activiteiten
je in welke periode uitvoert. Die activiteiten zijn een uitwerking van de
werkzaamheden die je moet doen binnen je opdracht(en). Je onderzoekt
wie er betrokken zijn bij je examen en welke rol zij spelen. Je zorgt ervoor
dat je weet wanneer je welke producten in moet leveren en door wie ze
worden beoordeeld. Ook bekijk je wanneer je beoordelingsgesprekken
hebt en wanneer je een presentatie moet geven. Zo krijg je een goed
inzicht in wat er in de examenperiode van je wordt verwacht. Je maakt
per kerntaak een PAP.
Bijlage 2 bevat een formulier om een PAP te maken. Je beantwoordt
daarin de volgende vragen:
• Welke activiteiten ga ik uitvoeren bij ieder werkproces?
• Welke producten horen bij dat werkproces en door wie worden ze
beoordeeld?
• Welke competenties horen bij dat werkproces?
• Wie zijn er betrokken bij de activiteiten en de beoordeling ervan?
• Welke beoordelingsmethoden worden gebruikt bij de competenties?
• Waar voer ik de activiteiten uit? Welke doe ik in de praktijk en welke
op school?
• Wanneer voer ik de activiteiten uit? Wanneer lever ik de producten in
en wanneer worden deze beoordeeld? Wanneer lever ik alle bewijs-
stukken in en worden de presentatie en het beoordelingsgesprek
gehouden?
Je maakt een PAP per kerntaak. In overleg met je begeleiders leg je
vast in welke volgorde je je werkzaamheden uitvoert. Door middel van
een PAP leg je je activiteiten vast in de tijd. Bij elk PAP lever je ook een
planning in.
Wat lever je in?
Een PAP met een tijdsplanning per kerntaak.
Als je PAP is ondertekend door je begeleiders ben je klaar met de
voorbereiding van het examen en kun je beginnen met de uitvoering van
je examen.
25
Hoofdstuk 4. Voorbereiding
1...,15,16,17,18,19,20,21,22,23,24 26,27,28,29,30,31,32,33,34,35,...156
Powered by FlippingBook