CZW20120111 - page 8

VERPLEEGKUNDIGE - Fase 2
6
De woongroep ‘Merel’ is een dynamische groep van zeven jongvolwassenenmet eenmatige
verstandelijke beperking. Vandaag is het nogal stil in de groep. Zij hebben afscheid genomen
van Charlie. Hij is verhuisd naar een andere woning. Charlie was erg geliefd. De verhuizing
komt hard aan bij de groepsleden. Bij het afscheid huilde Carla hard en Sylvia beet zichzelf
in haar hand. Tom, de vriend van Charlie, heeft zich teruggetrokken op zijn kamer.
Djuna werkt als wijkverpleegkundige bij Buurtzorg Geleen-Oost. Vanochtend is zij
onderweg naar de familie Güdrun. Het gezin heeft oma in huis genomen omdat ze begon te
dementeren. In het begin vonden de gezinsleden het moeilijk om hulp van de thuiszorg te
accepteren. Sinds de zorg intensiever is geworden, raken zij gewend aan een vreemde over
de vloer. Oma is vaak onrustig. Ze heeft last van loopdwang. Overdag gaan ze vaak met haar
wandelen in de wijk. ’s Nachts dwaalt ze door en rond het huis. Djuna is de afgelopen week
al vier keer ’s nachts bij hen op zoek geweest. Oma reageert soms erg agressief, vooral bij
de verzorging. Ook weigert ze steeds vaker het eten en drinken. De familie heeft bij Djuna
aangegeven dat de zorg voor oma zo niet goedmeer vol te houden is.
Mevrouw Grevink is opgenomen op de revalidatieafdeling van het verpleeghuis. Ze heeft
een heupoperatie ondergaan. Samenmet vijf andere dames, die ook een ‘total hip’ operatie
hebben ondergaan, vindt de revalidatie plaats via een joint care-programma. Tijdens dit
programma ondersteunt de verpleegkundige de groep samenmet de fysiotherapeut. De
dames doen samen rek- en strekoefeningen. Tijdens een oefeningmoeten ze bijvoorbeeld
beurtelings hun been optillen. Dit kost mevrouw Grevink veel moeite en ze wil eigenlijk al
stoppenmet de oefening totdat ze ziet dat haar buurvrouwminder moeitemet de oefening
heeft. Mevrouw Grevink vermant zich en verzucht: “Ik moet me toch wat meer inspannen.”
Meneer Hansen heeft een ernstige depressie gehad. Gelukkig gaat het nu stukken beter.
Belinda, zijn persoonlijk begeleider, heeft met hem besproken dat hij waarschijnlijk
binnenkort naar huis kan. Meneer Hansen reageert niet positief op dit bericht. Hij vindt
het erg spannend en ziet er ook wel tegenop. Als Belinda vraagt hoe dit komt, antwoordt
meneer Hansen: “Ik voel me zo eenzaam thuis. Hier kan ik, als ik wil, altijd iemand
opzoeken en een praatjemaken. Thuis lukt me dat minder goed. Ik heb niet zoveel mensen
in de buurt wonen waar ik gemakkelijk naar toe kan, enmijn kinderen zijn allemaal druk
met hun eigen gezin.” Belinda realiseert zich dat meneer Hansen, als hij naar huis gaat,
ondersteuning nodig heeft bij het aangaan en onderhouden van sociale contacten.
1,2,3,4,5,6,7 9,10,11,12,13,14,15,16,17,18,...20
Powered by FlippingBook