VERPLEEGKUNDIGE - Fase 3
6
Mevrouw De Laat is 52 jaar en heeft sinds twee jaar ALS. Ze woont samen met haar man
in een eengezinswoning. De woning is gedeeltelijk aangepast. Driemaal per dag komt
de thuiszorg langs voor de ADL, het toedienen van de sondevoeding via de pomp en het
katheteriseren van de blaas in verband met retentie.
De zorg en begeleiding richten zich niet alleen op mevrouw, maar ook op haar man en
de nog twee thuiswonende kinderen. Daarnaast heeft mevrouw een indicatie voor 12 uur
huishoudelijke ondersteuning.
Marco coördineert de ondersteuning van dit gezin. Hij is verpleegkundige en onderhoudt
contacten met de andere disciplines die bij mevrouw komen, zoals de huisarts, de
fysiotherapeut en de collega’s van de thuiszorg. Zonodig vraagt hij een herindicatie aan. Hij
houdt het zorgleefplan actueel.
Marco neemt vandaag Rachel mee naar mevrouw De Laat. Rachel is derdejaars student
verpleegkunde en heeft al enige tijd haar BPV in de thuiszorg. Marco is haar begeleider.
Rachel verzorgt mevrouw terwijl Marco toekijkt. Ze doet enorm haar best, maar ze vindt het
lastig dat wanneer ze iets aan mevrouw vraagt, deze vaak antwoord geeft aan Marco. Zo te
zien voelt Marco zich er ook niet gemakkelijk bij. Rachel begrijpt wel dat mevrouw Marco
al veel langer kent en zich daarom tot Marco richt. Later, op weg naar de volgende cliënt,
bespreken Marco en Rachel hoe ze dit morgen kunnen voorkomen. Marco stelt voor dat hij
er morgen niet bij blijft, terwijl Rachel de zorg verleent. Hij kan dan ondertussen mooi een
gesprekje voeren met de heer De Laat, die het zwaar heeft met de ziekte van zijn vrouw.
Volgens Marco heeft Rachel laten zien dat ze mevrouw prima zelfstandig kan verzorgen.
Rachel is erg blij met deze feedback.
Mirjam werkt op de revalidatieafdeling van een verpleeghuis en is de eerstverantwoordelijke
van zorg van zes bewoners. Mirjam begint vandaag weer voor het eerst na haar
vakantieweekje in Turkije. Ze is benieuwd hoe het met de bewoners is. Zou meneer Aalst
weer wat opgeknapt zijn na z’n zware longontsteking? En zal mevrouw Dieden al weer wat
beter lopen na haar heupoperatie? Mirjam hoopt dat de lelijke wond van mevrouw er al weer
beter uit ziet. Ze begint met het lezen van de rapportages van de afgelopen week, maar al
gauw ziet Mirjam dat die rapportages niet goed zijn bijgehouden. De wondverpleegkundige
zou toch langs komen bij mevrouw Dieden? Mirjam kan er niets over terugvinden. Mirjam
besluit om tijdens de teamvergadering dit punt in te brengen en te vragen waarom van haar
bewoners de rapportages niet goed zijn bijgehouden.