006BTKES0001 - page 29

29
Beoordelingsinstrumenten
Er zijn verschillende methodes om de leerling te beoordelen. Dit
worden beoordelingsinstrumenten genoemd. In de
beoordelingsmonitoren wordt gebruik gemaakt van de volgende
9 beoordelingsinstrumenten:
1 De beoordeling ingeleverde producten (P)
2 De kennistoets (k)
3 Het evaluatiegesprek (E)
4 Het beroepstaakdossier (BD)
5 De vaardigheidstoets (v)
6 Het criteriumgericht interview (ci)
7 De presentatie: presentatie (p) en eindpresentatie (ep)
8 De 360 graden feedback (F)
9 Het functioneringsgesprek (FG)
DAG-score
Bij elke stap van de projecttaak worden de werkprocessen met
bijbehorende competenties en prestatie-indicatoren benoemd. Er
wordt er ook een beoordeling van competent gedrag en
beroepshouding gegeven.
• Welk competent gedrag is getoond tijdens de uitvoering van de
projecttaak?
• Hoe was de beroepshouding volgens de competenties met de
bijbehorende prestatie-indicatoren?
Beroepshouding en gedrag staan in de beoordelingsmonitor
aangegeven met de DAG-score.
In de kolom ‘resultaat D-A-G’ kan elke beoordelaar een score
aangeven.
In de kolom ‘Opmerkingen’ kan elke beoordelaar aantekeningen
maken over het gedrag van een leerling. Alleen heel opvallend
gedrag, zowel in positieve als in negatieve zin, wordt vastgelegd.
Complexiteit: A-B-C-D
Docenten en begeleiders zullen in overleg met de leerling aangeven
of deze de projecttaak in complexiteit A, B, C of D gaat uitvoeren. Het
is duidelijk dat in het begin veel sturing en begeleiding meegegeven
wordt. Aan het einde van de opleiding moet de leerling functioneren
als beginnend beroepsbeoefenaar.
D Deels/niet aangetoond competent gedrag
De leerling werkt onvoldoende volgens de prestatie-indicator en/of is niet
voldoende actief en/of zet te weinig kennis en vaardigheden in.
A Aangetoond competent gedrag
De leerling werkt volgens de prestatie-indicator, is actief en zet de benodigde
kennis en vaardigheden in.
G Goed aangetoond competent gedrag
De leerling werkt beter dan de prestatie-indicator vraagt, is daarbij proactief en
zet kennis en vaardigheden bovengemiddeld in.
I...,19,20,21,22,23,24,25,26,27,28 30,31,32,33
Powered by FlippingBook