CZW20120187 - page 9

PROEVE 3
7
Je werkt als verzorgende in de thuiszorg. Je komt dagelijks bij de familie Van Heerlen over
de vloer. De heer Van Heerlen heeft dagelijks ondersteuning nodig bij de ADL. Hij heeft
in ernstigemate last van COPD en gebruikt 24 uur per dag zuurstof. Mevrouw Van Heerlen
heeft het beginstadium van de ziekte van Alzheimer. Je ondersteunt haar bij het innemen
van demedicijnen en bij de wekelijkse douchebeurt. Het echtpaar heeft de wens om zo lang
mogelijk thuis te blijven. Ze willen beslist niet uit elkaar gehaald worden. Ze zijn helemaal
op elkaar aangewezen en hebben geen kinderen. Je twijfelt over de haalbaarheid, maar
vooralsnog doe je er alles aan om deze wens te respecteren. Je hebt regelmatig overleg
met de COPD-verpleegkundige. Ommeneer overdag wat rust te bieden, overleg jemet de
huisarts over demogelijkheid voor dagopvang voor mevrouw. Je bent veel tijd kwijt met het
regelen en afstemmen van de zorg.
Bovenstaande casussen zijn voorbeelden van het werk van een verzorgende in het verpleeghuis,
verzorgingshuis en de thuiszorg. Als verzorgende ben je verantwoordelijk voor het totale
zorgproces. Je verleent zorg van opname tot ontslag, overdracht of overlijden. Als een cliënt
professionele zorg nodig heeft, is dit vaak een ingrijpende gebeurtenis. Dit betekent dat je
naast kennis en inzicht in veel ziektebeelden, je goedmoet kunnen inleven in de situatie van de
cliënt. Je bent gericht op het behouden van de eigen levenssfeer en levenswijze van de cliënt.
De vertrouwensrelatie die jemet iedere cliënt en zijn naasten aangaat, is de basis voor goede
zorg en tegelijkertijd voor het inwinnen van relevant informatie die je nodig hebt voor het
zorgleefplan. Je bent in staat om het zorgleefplan op- of bij te stellen. Je werkt vraaggestuurd.
Dit wil zeggen dat je uitgaat van de behoeften en zorgvragen van de cliënt en naasten en je hen
nadrukkelijk betrekt het opstellen van het zorgleefplan. Je stimuleert je de cliënt om zoveel de
regie over zijn leven te behouden. Je evalueert de geboden zorg regelmatigmet betrokkenen,
overlegt met collega’s en andere disciplines en stelt, indien nodig, de zorg bij.
Om in je vak bij te blijven en je competenties verder te ontwikkelen volg je bijscholingen,
klinische lessen, woon je congressen bij en lees je de vakliteratuur. Wanneer je gediplomeerd
bent, zul je regelmatig werken als verantwoordelijke of als oudste in de zorg. Je onderneemt
tijdig actie bij veranderingen in de gezondheidstoestand van de zorgvragers van de werkeenheid
waar jij de verantwoordelijkheid voor hebt. Je verdeelt het werk en houdt in de gaten dat het
werk juist en op tijd gebeurt. Ook begeleid je regelmatig stagiaires en/of nieuwe collega’s.
Je verliest de kwaliteit van zorg niet uit het oog. Je levert een actieve bijdrage aan
kwaliteitszorg, zowel in de zorg voor de individuele cliënt als op afdelingsniveau.
Door bezuinigingen en soms ingewikkelde regelgeving in de gezondheidszorg kan de kwaliteit
in gedrang komen. Cliënten krijgen dan niet de optimale zorg waar zij recht op hebben. Dit
is een dilemma waar zorgverleners dagelijks mee temaken hebben. Niet alleen de overheid is
verantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg, maar ook zorgverleners in het primaire zorgproces.
Ook aan jou de taak om een bijdrage aan kwaliteit te leveren.
1,2,3,4,5,6,7,8 10,11,12,13,14,15,16,17,18,19,...24
Powered by FlippingBook