16
plaatwerker
i
h Werken met de Taalkaarten Nederlands
Je krijgt bij het uitwerken van de beroepstaken veel met ‘talige’ zaken te maken.
Veel producten van je beroepstaken (verslagen, gesprekken, presentaties, reflecties)
moeten voldoen aan het voorgeschreven taalniveau (2F).
Niet alleen bij de taallessen, maar eigenlijk bij alle stappen van een beroepstaak
gebruik je taal. Er zijn dus meer dan genoeg mogelijkheden om aan te tonen op
welk niveau je presteert. De ontwikkeling van jouw taalvaardigheid is dan ook niet
alleen een zaak van de docent Nederlands, maar van iedereen die jou in je opleiding
begeleidt. Hiervoor wordt de volgende methode gebruikt:
De drieslagmethode
Je gaat je taalvaardigheid ontwikkelen volgens de drieslag taalontwikkeling:
1. Je gebruikt taal tijdens je werk/stage en op school.
–– Veel lezen, luisteren, schrijven en spreken met zinvolle kritiek op je
taalgebruik.
2. Je krijgt taalles van een taaldocent.
–– Je oefent op het vakgericht Nederlands en vreemde talen onder begeleiding
van een ervaren taaldocent tijdens lessen of workshops.
3. Individuele taalondersteuning en oefening.
–– Bij persoonlijke taalproblemen krijg je extra hulp en ondersteuning. Bij het
invullen van je activiteitenplanner kun je samen met je begeleider bepalen
hoeveel ondersteuning je nodig hebt.
Om overzicht te houden en een taalopdracht op de juiste manier aan te pakken,
kun je bij je beroepstaak gebruik maken van Taalkaarten.
Deze Taalkaarten helpen je bij het voeren van gesprekken, het maken van verslagen
en het luisteren naar instructies.
In iedere stap is aangegeven welke Taalkaarten gebruikt kunnen worden.
De Taalkaarten geven op de voorkant puntsgewijs aan hoe je een taaltaak op de
juiste manier kunt aanpakken.
Op de achterkant is te zien of je uitwerking aan de niveau-eisen van een taalop-
dracht voldoet.
Je hoeft niet meteen op dat niveau te presteren, maar krijgt door het beoorde-
lingsformulier achterop de Taalkaart een heel duidelijk beeld waar je nog aan
zult moeten werken. Dit gebeurt in aparte taallessen, maar soms is het probleem
daarvoor te groot en heb je individuele ondersteuning en oefening nodig. In je
activiteitenplanner geef je aan hoe je je niveau gaat verbeteren.
De Taalkaarten zijn daarom ook een goed uitgangspunt voor de lessen Nederlands.