00670480010 - page 61

Aanstormend talent (BPV-3)
61
Voetnoten
In voetnoten kun je informatie kwijt die niet direct noodzakelijk is voor de tekst,
zoals literatuurverwijzingen.
Voetnoten plaats je:
of:
–– Onderaan de bladzijde; in Word: Invoegen – Verwijzing - Voetnoot
of:
–– aan het einde van ieder hoofdstuk
of:
–– aan het einde van je verslag
Nabeschouwing / evaluatie
In dit onderdeel van het verslag geef je een beschrijving van je ervaringen tijdens de
stage.
• Hoe is de prestatie verlopen?
• Was het leerzaam?
• Was het werken bij het bedrijf wat je ervan verwachtte?
• Wat heb je geleerd tijdens de BPV?
• Welke doelen zijn gehaald en welke doelen niet of gedeeltelijk?
• Van de doelen die niet of niet geheel zijn gehaald; waar heeft dit aan gelegen?
• Is de opdrachtgever tevreden?
• Ben je zelf tevreden?
• Wat zou je de volgende keer anders doen?
• Hoe is jouw tijdsinvestering geweest?
Hoe is de samenwerking verlopen met de werknemers van het bedrijf en je
opdrachtgever?
Literatuurlijst
Een complete titelbeschrijving moet er als volgt uitzien:
Bij een boek: naam en voorletters van de auteur, volledige titel, (onderstreept), druk,
(als het niet de eerste is), plaats, jaar van uitgave.
Bij een artikel: naam en voorletters van de auteur, ‘volledige titel’, (tussen aanha-
lingstekens), naam tijdschrift, (onderstreept), jaargang, jaartal, bladzijden.
Bijlagen
Om het verslag overzichtelijk te houden, is het beter om bijvoorbeeld gedetailleerde
berekeningen en gegevens over apparatuur in een bijlage onder te brengen. Zorg er
wel voor dat de tekst zonder bijlagen te lezen is, omdat anders de lezer gedwongen
wordt heen en weer te bladeren. Tabellen en grafieken die nodig zijn om de tekst te
verduidelijken, moeten in de tekst worden opgenomen.
Bijlagen kun je met A, B, C of met Romeinse cijfers nummeren. Vergeet ze niet in de
inhoudsopgave op te nemen.
I...,51,52,53,54,55,56,57,58,59,60 62,63,64,65,66,67,68,69,70,71,...81
Powered by FlippingBook