9
(BUITEN) SURVEILLEREN
Competenties
- componenten
Ontwikkelingsgericht
Prestatie-indicatoren
voldoende
goed
onvoldoende
Beoordelingslijst
beroepsprestatie 1.3
(Buiten) surveilleren
(2012-oa-bp1.3)
Naam student:
Opleiding:
Onderwijsassistent
Fase:
Cohort:
Datum:
Werkproces 2.4 Houdt toezicht en begeleidt buiten het primaire proces
A Beslissen en
activiteiten initiëren
– beslissingen nemen
– op eigen initiatief
handelen
t
Dit betekent dat:
• je op eigen initiatief handelt binnen de verantwoordelijkheid
van je functie
• je praktische en pedagogische beslissingen neemt bij
veranderingen en conflicten
• je je handelen richt op een goed verloop van de dagelijkse
gang van zaken in en om de school
zodat:
• je conflicten oplost en je helpt om een veilig pedagogisch
klimaat te creëren (op school).
B Aansturen
– uitoefenen van gezag
t
Dit betekent dat:
• je overwicht toont op de leerlingen
zodat:
• de leerlingen naar je luisteren en jouw aanwijzingen
opvolgen.
C Begeleiden
– motiveren
t
Dit betekent dat:
• je leerlingen op een positieve manier aanspreekt op hun
gedrag
• je voorbeeldgedrag laat zien
zodat:
• je de leerlingen motiveert om een positieve bijdrage te
leveren aan een goed verloop van de dagelijkse gang van
zaken in en op een school.
