Zorg & Welzijn serie 2014
38
Voortgangsgesprek
(2014-pm-3-ko-vg)
Werkprocessen met de competenties
Nummer van
het werkproces
Titel van het werkproces
Competenties die bij het
werkproces horen
1.2 Stelt een activiteitenprogramma op
E Samenwerken en overleggen
2.4 Biedt het kind/de jongere ontwikkelingsgerichte
activiteiten aan
Q Plannen en organiseren
C Begeleiden
Typering van het voortgangsgesprek
Met het voortgangsgesprek aan het eind van fase 2 sluit je fase 1 en 2 af. In de opleiding heb je
basiskennis en basisvaardigheden geleerd. In de beroepspraktijk heb je geoefend met het in praktijk
brengen daarvan, onder meer door het uitvoeren van de beroepsprestaties. Gaandeweg ben je je
meer bewust geworden van wat het beroep van je vraagt en heb je je beroepsvaardigheden eigen
gemaakt.
In het voortgangsgesprek wordt gesproken over je competentie-ontwikkeling tot nu toe.
In de beoordelingslijst staan de werkprocessen en competenties die centraal staan in het gesprek.
Je vertelt over de keuzes die je gemaakt hebt en je motivatie hiervoor. Je onderbouwt je keuzes en
standpunten met de kennis die je in de opleiding hebt opgedaan.
Hieruit blijkt dat je je bewust bent van je bekwaamheid en van dat wat je nog moet en wilt leren op
school en in de beroepspraktijk.
Je bereidt het gesprek voor aan de hand van de STARRT-methode.
Resultaat
Je kunt je handelen in de beroepspraktijk mondeling verantwoorden aan de hand van voorbeelden.
Bewijsstuk
Lever het volgende bewijsstuk aan:
• Volledig ingevulde voorgangsbeoordelingslijst