5
PLaNNEN EN UITVOEREN VaNHUIsHOUDELIJKE TaKEN
Werkprocessenmet de competenties van deze
beroepsprestatie
Nummer en titel van het werkproces
Competenties bij het werkproces
1.1
Maakt een werkplanning op basis van het zorg-,
leef-, begeleidings- of activiteitenplan
J
Formuleren en rapporteren
Q
Plannen en organiseren
R
Op de behoeften en verwachtingen
van de klant richten
T
Instructies en procedures opvolgen
1.2
Ondersteunt bij huishouden en de woon- of
verblijfsomgeving of opvangsituatie
L
Materialen enmiddelen inzetten
R
Op de behoeften en verwachtingen
van de klant richten
T
Instructies en procedures opvolgen
3.3
Evalueert de werkzaamheden
J
Formuleren en rapporteren
R
Op de behoeften en verwachtingen
van de klant richten
Typering
De thuiszorg
“Goedemorgen, hoe gaat het met u vandaag? Wat ziet u er leuk uit.”
“Nou, zo voel ik me helemaal niet vandaag,” zegt mevrouw Verbeek.
“Mijn hele lijf doet pijn. MijnMs speelt weer op. Wees maar blij dat jij het niet hebt.”
“Wat vervelend voor u. Kan ik iets doen?”
“Een kopje koffie voor me inschenken alsjeblieft en voor jezelf ook. Dan kunnen wemeteen
bespreken wat je vandaag kunt doen. Ik heb nog niet gekeken wat annie gisteren in het
zorgdossier heeft geschreven.”
De basisschool
“Mieke, wil je de vaatwasser uitruimen en deze stapel voor de les van vanmiddag kopiëren?”
vraagt je werkbegeleider. “Dat is goed,” reageert Mieke. Mieke heeft het er maar druk mee,
want ook op de basisschool heb je allerlei huishoudelijke werkzaamheden. De kasten op
orde houden, vegen, verfpotten bijhouden, potloden slijpen, toiletten controleren. Maar
goed, het is ook een onderdeel van je werkzaamheden! De begeleidster zei in het begin:
“Probeer de kinderen op een leukemanier bij het opruimen te betrekken. Het is fijn om in
een opgeruimde omgeving te werken.”
Daar heeft ze wel gelijk in!
