10
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG - PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN - Fase 1
voldoende
goed
onvoldoende
K Vakdeskundigheid
toepassen
–– vakspecifieke manuele
vaardigheden toepassen
T
Dit betekent dat:
• je handelingen snel en accuraat uitvoert
• je handelt volgens ergonomische voorschriften
zodat:
• je persoonlijke zorg voldoet aan de begeleidingsdoelen
• je persoonlijke zorg voldoet aan de wensen en behoeften van
de cliënt.
Werkproces 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
E Samenwerken en
overleggen
–– afstemmen
–– anderen raadplegen en
betrekken
T
Dit betekent dat:
• je op tijd overlegt bij de ondersteuning van persoonlijke zorg
• je kunt vertellen wat de consequenties zijn van je handelen
• jij je inzet om tot een soepele samenwerking met het team
te komen
• je relevante informatie doorgeeft aan het multidisciplinaire
team
zodat:
• je persoonlijke zorg voor de cliënt soepel en eenduidig
verloopt.
Q Plannen en
organiseren
–– doelen en prioriteiten
stellen
T
Dit betekent dat:
• je duidelijke en haalbare doelen formuleert ten aanzien van
jouw werkzaamheden bij de persoonlijke zorg
• je mogelijke knelpunten aangeeft
• je rekening houdt met tijd en kwaliteit
zodat:
• jouw werkzaamheden duidelijk zijn voor je collega’s
• de persoonlijke zorg eenduidig en volgens plan uitgevoerd
wordt.