CZW20120149 - page 13

PROEVE 2
11
G. Voorbereiden en uitvoeren van een observatie en rapportage
In overleg met de leerkracht kies je een aantal leerlingen uit die jou opvallen in de klas
door hun gedrag, werkhouding of leerresultaten. Observeer deze leerlingen en maak hier een
rapportage van. Bespreek je rapportage met de leerkracht en spreek vervolgens af welke van
deze leerlingen je verder gaat begeleiden.
Aandachtspunten:
• neem toetsen af bij de betreffende leerlingen en kijk werk van de leerlingen na
• opvallende gedragingen en de gegevens uit het werk en de toetsen.
Op basis van je bevindingen uit je observatie en de resultaten uit het werk en toetsen overleg
je met de leerkracht hoe je dit groepje leerlingen gaat begeleiden.
H. Begeleiden van een groepje leerlingen
Je begeleidt het groepje leerlingen uit opdracht
G
. zes keer. Bespreek met de leerkracht welke
individuele resultaten je wilt bereiken met de leerlingen en je aanpak.
Evalueer met de leerlingen en de leerkracht.
I. Theoretisch onderzoek
Samen met de leerkracht (eventueel intern begeleider of de zorgcoördinator in het VMBO) kies
je een leerling met een beperking die je op het verzorgende vlak gaat begeleiden, bijvoorbeeld
een leerling met een beperking op het gebied van de motoriek, zintuigen of de spraak. Het
accent van je begeleiding ligt op het stimuleren van de zelfredzaamheid. Ten aanzien van de
verzorging kun je denken aan hygiëne, veiligheid en persoonlijke verzorging. Je bestudeert
met behulp van literatuur de aard van de beperking, de bijkomende problemen, het gedrag en
de eventuele ontwikkelingsachterstand.
Maak hiervan een verslag. Beschrijf hierin ook op welke manier de leerling het beste door de
onderwijsassistent begeleid kan worden.
J. Een plan van aanpak voor het stimuleren van de zelfredzaamheid
Maak een plan van aanpak op basis van de kennis die je hebt opgedaan in opdracht
I
.
K. Uitvoeren en evalueren van het plan van aanpak voor het stimuleren van
de zelfredzaamheid
Na overleg met de leerkracht voer je het plan van aanpak uit opdracht
J
. uit. Tijdens het
uitvoeren zorg je ervoor dat je de zelfredzaamheid van de leerling stimuleert. Na het uitvoeren
van je plan schrijf je een rapportage.
Als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, let er dan op dat deze
voldoet aan de beoordelingslijst van deze proeve.
1...,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12 14,15,16,17,18,19,20,21,22,23,...24
Powered by FlippingBook