CZW20120149 - page 20

18
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
ONDERWIJSASSISTENT
voldoende
goed
onvoldoende
C Begeleiden
–– motiveren
T
Dit betekent dat:
• je leerlingen op een positieve manier aanspreekt op hun
gedrag
• je voorbeeldgedrag laat zien
zodat:
• je de leerlingen motiveert om een positieve bijdrage
te leveren aan een goed verloop van de activiteit/het
evenement.
D Aandacht en begrip
tonen
–– interesse tonen
–– luisteren
–– inleven in andermans
gevoelens
p
Dit betekent dat:
• je naar de leerlingen luistert
• je belangstelling voor hun ideeën en standpunten toont
• je betrokkenheid toont en reflecteert op hun problemen en
vragen
zodat:
• je zorgt dat de leerlingen zich gehoord en betrokken voelen
bij de activiteit/het evenement
• je, buiten het primaire proces, een bijdrage levert aan de
algemene ontwikkeling van de leerlingen.
F Ethisch en integer
handelen
–– ethisch handelen
–– integer handelen
–– verschillen tussen mensen
respecteren
p
Dit betekent dat:
• je consequent de voor de school geldende waarden en
normen hanteert bij het toezicht houden
• je vertrouwelijkheid van de leerlingen respecteert
• je de leerlingen rechtvaardig behandelt en ze serieus neemt
als individu
zodat:
• er duidelijke grenzen zijn en de leerling zich gerespecteerd
en vertrouwd voelt.
T Instructies en
procedures opvolgen
–– werken conform
veiligheidsvoorschriften
R
Dit betekent dat:
• je in ongestructureerde situaties toeziet op de veiligheid van
de leerlingen
zodat:
• je onveilige situaties in goede banen leidt.
U Omgaan met
verandering en
aanpassen
–– omgaan met
onduidelijkheid en
onzekerheid
–– met diversiteit (tussen
mensen) omgaan
T
Dit betekent dat:
• je zelfvertrouwen toont
• je ook in onzekere en onduidelijke situaties je leerlingen,
ook buiten het primaire proces, begeleidt bij het omgaan
met verschillen in bijvoorbeeld achtergrond en cultuur
• je rekening houdt met de verschillen tussen de leerlingen
• je leerlingen met respect voor hun eigenheid behandelt
zodat:
• de activiteit/het evenement goed verloopt en leerlingen
respect opbrengen voor elkaars verschillen in cultuur en
achtergrond.
1...,10,11,12,13,14,15,16,17,18,19 21,22,23,24
Powered by FlippingBook