5
BEGELEIDEN VaN DE ZORGVRaGER BIJ ZELFREDZaaMHEID
Werkprocessenmet de competenties van deze
beroepsprestatie
Nummer en titel van het werkproces
Competenties bij het werkproces
2.1
Ondersteunt een cliënt/zorgvrager op emotioneel
gebied
D
aandacht en begrip tonen
2.2
Ondersteunt een cliënt/zorgvrager bij de
zelfredzaamheid
D
aandacht en begrip tonen
R
Op de behoeften en verwachtingen
van de klant richten
3.2
stemt de werkzaamheden af
E
samenwerken en overleggen
J
Formuleren en rapporteren
T
Instructies en procedures opvolgen
Typering
De thuiszorg
Katie helpt mevrouw Van Randwijk dagelijks bij het aantrekken van haar steunkousen. Ook
helpt zij mevrouw bij het huishouden. Ze spreken samen goed af wie welke werkzaamheden
doet. Mevrouw Van Randwijk loopt moeizaam, daarom verzamelt Katie de was en zet de
machine aan. De schone was legt ze op tafel bij mevrouw Van Randwijk. Zij kan deze nu
vouwen.
Tijdens het gebruikelijke kopje koffie vraagt Katie naar meneer Van Randwijck. Hij is sinds
kort in het ziekenhuis opgenomen, omdat hij een hersenbloeding heeft gehad.
“Hoe gaat het numet uwman?”
“Niet zo best,” zegt mevrouw zachtjes met een trillende stem. Katie ziet dat ze het kopje
koffie in haar handen nauwelijks stil kan houden. Ze buigt voorover. “Geeft umij uw kopje
maar even,” zegt Katie en ze legt haar hand op de onderarm vanmevrouw.
Mevrouw Van Randwijck huilt zachtjes en zegt: “Hij wordt nooit meer de oude.” Katie
luistert aandachtig en geeft haar een tissue. “Dank je wel kind, ik wil je niet tot last zijn.”
Katie knikt begrijpend, geeft mevrouw Van Randwijck haar kopje koffie terug en zegt: “Bent
u ook niet.”
De basisschool
saïd assisteert juf sandra in groep 1 van basisschool de schakel. De kinderen zijnmet
het thema dieren bezig. Ieder kindmag een klein huisdier meenemen. Julia kijkt heel
verdrietig. “Wat is er Julia?” vraagt saïd en gaat op zijn knieën naast haar zitten. “Pinky is
dood,” zegt ze. “Wie is Pinky?” vraagt saïd. “Mijn konijntje,” zegt ze.