DOORLOPENDE LEERLIJN VMBO - MBO ZORG EN WELZIJN
12
D. Gesprek over vroeger
Om iemand goed te kunnen begeleiden is het belangrijk dat je
informatie hebt over de voorgeschiedenis van de cliënt. Zoek
de betekenis op van het woord ‘voorgeschiedenis’. Vraag aan je
begeleider waarom het belangrijk is om als hulpverlener op de
hoogte te zijn van de voorgeschiedenis van de cliënten.
Kies in overleg met je begeleider één cliënt. Voer met deze cliënt
een gesprek over vroeger. Let op: als je met de doelgroep kinderen
werkt, is praten over gisteren, vorige week of vorige maand, ook
een gesprek over vroeger.
Maak een verslag van deze opdracht. Daarnaast beantwoord je de
vragen en opmerkingen uit onderstaand schema. Laat je verslag
en de antwoorden op de vragen aan je begeleider lezen en vraag
feedback.
1 HOE HEB JE HET GESPREK VOORBEREID?
2 WAAR HEB JE HET GESPREK GEVOERD?
3 WELKE VRAGEN HEB JE GESTELD?
4 BESCHRIJF HOE HET GESPREK VERLIEP.
5 HOE HEB JE HET GESPREK BEËINDIGD?