25
5.6 Waarmee kun je beoordeeld worden?
Er zijn verschillende methoden om je te beoordelen. Dit worden beoordelingsinstrumenten
genoemd. Je begeleiders gebruiken 9 beoordelingsinstrumenten:
1 beoordeling ingeleverde producten (P)
2 de kennistoets (K)
3 evaluatiegesprek (E)
4 de vaardigheidstoets (V)
5 het criteriumgericht interview (Ci)
6 de presentatie: presentatie (p) en eindpresentatie (ep)
7 360 graden feedback (F)
8 functioneringsgesprek (Fg)
Beoordelingsinstrument
Omschrijving
P
Beoordeling ingeleverde
producten
De
ingeleverde producten
worden beoordeeld op kwaliteit.
(volledigheid, eigen inbreng, verzorging enz.)
K
Kennistoets
Een
kennistoets
test je kennis over een bepaald onderwerp,
bijvoorbeeld over materialen of andere theoretische kennis.
E
Evaluatiegesprek
In een
evaluatiegesprek
wordt beoordeeld hoe jij je hebt
ontwikkeld.
V
Vaardigheidstoets
Een
vaardigheidstoets
test je vaardigheden op een bepaald
gebied, bijvoorbeeld montage.
Ci
Criteriumgericht interview
Bij een
criteriumgericht interview
wordt gevraagd naar de
resultaten van je werk en de ervaring die je hebt opgedaan.
p en ep Presentatie en Eindpresentatie
Bij een
presentatie
laat je zien hoe je een deel van de
beroepstaak hebt uitgevoerd.
Bij een
eindpresentatie
laat je aan anderen zien hoe de hele
beroepstaak door jou is uitgevoerd.
F
360 graden feedback
360 graden feedback
Je medestudenten en collega’s geven jou een beoordeling.
Fg
Functioneringsgesprek
In een
functioneringsgesprek
wordt beoordeeld hoe jij als
student of werknemer functioneert.
