15
VERANTWOORDINGSVERSLAG 1 EN ASSESSMENTGESPREK 1
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
voldoende
goed
onvoldoende
Werkproces 2.1 Biedt het kind/de jongere opvang
D Aandacht en begrip
tonen
– interesse tonen
– luisteren
– anderen steunen
P
Je verantwoordt dat:
• je betrokkenheid toont bij het kind en ouders/vervangende
opvoeders
• je actief luistert
• je herkent wanneer het kind het moeilijk heeft
zodat:
• je de nodige ondersteuning kunt bieden.
U omgaan met
veranderingen en
aanpassen
– met diversiteit (tussen
mensen) omgaan
t
Je verantwoordt dat:
• je respect toont voor verschillende achtergronden van
kinderen en hun ouders/vervangende opvoeders
• je in staat bent vragen en problemen vanuit verschillende
gezichtspunten te bekijken
zodat:
• je de eigenheid van kind en ouders/vervangende opvoeders
respecteert.
Werkproces 2.2 Biedt het kind/de jongere persoonlijke verzorging
f Ethisch en integer
handelen
– integer handelen
P
Je verantwoordt dat:
• je discreet omgaat met lichaamscontact tijdens de
persoonlijke verzorging
• je de vertrouwelijkheid respecteert
zodat:
• je zorgt dat het kind zich op zijn gemak voelt.
Cesuur
In dit assessmentgesprek zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.
ja
nee
Beoordelingslijst
Assessmentgesprek 1
(2012-gpm-4-ko-ag1)
Naam student:
Datum:
Opleiding:
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
Cohort:
Fase: