VERZORGENDE-IG - Fase 3
6
Nadat de baby geboren is en er geen bijzonderheden zijn, zal de verloskundige het kraamgezin
verlaten. De verloskundige draagt de dagelijkse zorg over aan de kraamverzorgende, maar houdt
demedische eindverantwoordelijkheid over de bevalling én het kraambed.
Gedurende het kraambed, dat gemiddeld acht dagen duurt, verzorg jemoeder en pasgeborenemet
als doel dat het gezin na jouw vertrek zelfstandig verder kan. Je observeert de kraamvrouw en de
pasgeborene. De geobserveerde gegevens rapporteer je in het kraamdossier. Als er bijzonderheden
zijn, onderneem je acties, bijvoorbeeld door het consulteren van de verloskundige of een
lactatiedeskundige. Je geeft informatie, advies en instructie aan de kraamvrouw en haar partner
op het gebied van persoonlijke hygiëne, borst- of flesvoeding en verzorging van de pasgeborene.
Hierbij houd je rekeningmet culturele verschillen en de specifieke gewoontes en gebruiken in het
kraamgezin.
Als er andere kinderen in het gezin zijn, heb je ook de zorg voor hen en betrek je hen bij hun
nieuwe broertje of zusje. Mogelijke problemen op lichamelijk, emotioneel en sociaal gebied
signaleer je tijdig. Je biedt passende begeleiding en indien nodig schakel je het netwerk en/of
andere zorgverleners in.
De geboorte van een kindje is meestal een blijde gebeurtenis. De eerste dagen zullen vaak
veel mensen het kraamgezin willen feliciteren. Dit betekent in demeeste kraamgezinnen dat je
mensen uit het sociale netwerk van het kraamgezin gastvrij ontvangt.
Als kraamverzorgende ben je ook verantwoordelijk voor het onderhouden van de ruimtes waar
moeder en kind verblijven. Een goede hygiëne voorkomt het ontstaan van complicaties, zoals
infecties.
Onderstaande voorbeelden geven weer wat jij als verzorgende in de kraamzorg kunt tegenkomen.
Je werkt als kraamverzorgende bij de familie Groenen. Joris is drie dagen geleden geboren.
De bevalling verliep voorspoedig. De problemen ontstonden toen de placenta niet wilde
komen. Mevrouw is uiteindelijk in het ziekenhuis beland en de placenta is operatief
verwijderd. Mevrouw heeft ook nog een bloedtransfusie gekregen vanwege een te laag Hb.
Het is het eerste kind vanmevrouw Groenen. Mevrouw is gisteren thuisgekomen en nog
onder de indruk van alles wat er gebeurd is. Ze voelt zich erg onzeker over de verzorging
van Joris. Ook haar man geeft aan het allemaal erg onwennig te vinden. Ze hebben veel
vragen en daarom vannacht nauwelijks geslapen. Ze twijfelen over het doorgaanmet de
borstvoeding en willen hun twijfel graagmet jou bespreken.
Mevrouw Veenstra is na een IVF-behandeling zwanger van een tweeling. In de 25ste
week blijkt tijdens de echo dat één van haar baby’s levenloos is. De gynaecoloog deelt
mevrouw Veenstra en haar manmee dat de baby is overleden. Mevrouw Veenstra reageert
erg verdrietig en uit haar zorgen over het verdere verloop van haar zwangerschap. De
gynaecoloog probeert haar gerust te stellen en houdt mevrouw Veenstra voor de rest van de
zwangerschap nauwgezet onder controle. Met 37 weken wordt mevrouw Veenstra opgenomen
met harde buiken. De gynaecoloog besluit om de bevalling in te leiden.