13
ONDERSTEUNEN BIJ HUISHOUDEN EN WONEN
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
Voldoende
Onvoldoende
Goed
Beoordelingslijst
Certificeerbare eenheid 3
Ondersteunen bij huishouden en wonen
(2012-vz-ce.3)
Naam student:
Opleiding:
Verzorgende-IG
Cohort:
Datum:
1.1 Stelt (mede) het zorgplan op
D Aandacht en begrip
tonen
– luisteren
– inleven in andermans
gevoelens
P
Dit betekent dat:
• je aandachtig luistert en kijkt naar de gezondheidssituatie,
de zorgbehoeften en de leefomstandigheden van de
zorgvrager en naasten
• je je inleeft in gevoelens van de zorgvrager en naasten
• je je inleeft in de mogelijkheden van naasten om een
bijdrage te kunnen leveren aan de zorgverlening
zodat:
• de zorgvrager en naasten op gepaste wijze worden betrokken
bij het op- of bijstellen van het zorgplan..
H Overtuigen en
beïnvloeden
– overeenstemming
nastreven
– gesprekken richting geven
– onderhandelen
P
Dit betekent dat:
• je het begeleidingsgesprek in duidelijke banen leidt
• je kijkt naar verschillende belangen en mogelijkheden
• je probeert er uit te halen wat realistisch gezien mogelijk is
• je hierbij streeft naar overeenstemming en draagvlak creëert
zodat:
• alle betrokkenen kunnen instemmen met het zorgplan.
J Formuleren en
rapporteren
– correct formuleren
– nauwkeurig en volledig
rapporteren
– vlot en bondig formuleren
P
Dit betekent dat:
• je verkregen anamnesegegevens correct en accuraat verwerkt
• je doelen, activiteiten correct bijstelt en formuleert
zodat:
• het bijgestelde zorgplan voor alle betrokkenen inzichtelijk en
begrijpelijk is.