CZW20120232 - page 7

5
PROFESSIONALISEREN
Werkprocessen met de competenties van deze
beroepsprestatie
Nummer en titel van het werkproces
Competenties bij het werkproces
3.1
Werkt aan deskundigheidsbevordering en
professionalisering van het beroep
K
Vakdeskundigheid toepassen
Typering
De (gespecialiseerd) pedagogisch medewerker is op de hoogte van de ontwikkelingen in
het vakgebied; ze leest vakliteratuur en volgt bijscholingen. Ze levert een bijdrage aan
visieontwikkeling door deelname aan inhoudelijke discussies over het beroep. Ze vraagt feedback
op haar functioneren en geeft feedback aan collega’s en vrijwilligers.
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
Anne-Riemke traint vanmiddag haar collega’s. Ze heeft een cursus ‘Goed observeren en
registreren van de ontwikkeling van kinderen’ gevolgd. Haar team heeft ervoor gekozen
om dit jaar het scholingsbudget te gebruiken om de kwaliteit van het werk op de groepen
te verbeteren. Elk teamlid volgt scholing en brengt vervolgens het geleerde over op de
collega’s. Het team vindt dat de huidige methode om de ontwikkeling van de kinderen te
volgen verbeterd kan worden. Daarom heeft Anne-Riemke deze cursus gevolgd. Door goed te
observeren krijgen de medewerkers beter zicht op de ontwikkeling van de kinderen. Ouders
kunnen bij het bespreken van het ‘individueel rapport’ beter geïnformeerd worden over
de ontwikkeling van hun kind. Ook kunnen achterstanden in de ontwikkeling vroegtijdig
gesignaleerd worden.
Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg
Peter leest de vakbladen die beschikbaar zijn in de instelling waar hij stage loopt. Hij
vindt het inspirerend om te lezen over de verschillende behandelmethodieken en de
achtergronden hiervan. Vorige week las hij een artikel over een methode die sinds kort ook
in zijn stage-instelling wordt gehanteerd. Het is een programma voor antisociale en/of
delinquente jongeren, waarbij jongeren leren om verantwoordelijkheid te dragen voor hun
eigen handelen met behulp van de groep. Door het lezen van het artikel ontdekt Peter dat
hij het moeilijk vindt om de groep op een juiste manier in te schakelen bij de ontwikkeling
van de individuele kinderen/jongeren. Hij besluit dit in te brengen in het volgende overleg
met zijn collega’s.
1,2,3,4,5,6 8,9,10,11,12,13,14
Powered by FlippingBook