CZW20120261 - page 8

VERPLEEGKUNDIGE - Fase 3
6
Marit is persoonlijk begeleider van Chris. Zij geeft aan dat Chris zijnmanie niet goed onder
controle heeft. Hij valt regelmatig uit naar de verpleegkundigen enmedecliënten. Hij kan
niet bij één gespreksonderwerp blijven en springt van de hak op de tak. Hij is met veel
dingen tegelijk bezig en heeft een puinhoop gemaakt van zijn kamer.
Vanochtend is Chris onder dwang gesepareerd. Hij vloog eenmedecliënt aan omdat deze
niet aan de kant wilde gaan. Marit, haar collega’s en de psychiater staan in de gang van het
separeerblok te overleggen wat er verder moet gebeuren.
Als verpleegkundige ben je de spin in het web van de coördinatie. Zowel in de zorgverlening,
zoals hierboven bij Niels, als bij het afstemmen van afspraken en betrekken van verschillende
disciplines, zoals bij Chris, komt dit naar voren.
Als verpleegkundige werk je in verschillende settingen binnen de GGZ. Waar je ook werkt, de zorg
rondom de cliënt wordt gecoördineerd.
Iedere werkdag worden er in de zorg veel zaken geregeld. Denk hierbij aan de onderlinge
werkverdeling, het consulteren van de arts en/of psychiater. En niet te vergeten het overlegmet
de cliënt en diens naasten en het verwerken van de afspraken die hieruit voortkomen. Jij bent als
verpleegkundige in de GGZ verantwoordelijk voor de coördinatie en de continuïteit van de zorg.
Je overziet de totale zorg, je bewaakt de werkzaamheden en gaat na of deze volgens planning
verlopen. Je weet van je collega’s hoe ze werken en waar zemee bezig zijn. Goede kwaliteit van
zorg staat of valt met een goede coördinatie.
Om de zorg te stroomlijnen is het gangbaar om per dag een verantwoordelijke voor de dienst als
aanspreekpersoon te benoemen.
Met de regelmaat van de klok komen studenten, nieuwe collega’s of invalkrachten in de BPV.
Dat betekent dat je als verpleegkundige ook de taak hebt om studenten te begeleiden en
nieuwe collega’s in te werken. Om dit goed te kunnen doen, ben je niet alleen deskundig op je
vakgebied. Je ontwikkelt ook een visie op de begeleiding van collega’s en invalkrachten en je
verdiept je in de eisen en verwachtingen van de opleiding die een student volgt. Door je kennis
van en inzicht in leerstijlen, begeleidings- en beoordelingsmethodieken stem je jouwmanier van
begeleiden af op de leerstijl van de student.
1,2,3,4,5,6,7 9,10,11,12,13,14,15,16,17,...18
Powered by FlippingBook