CZW20120022 - page 77

KOMPAS
75
Taak
Mijn taak was: het zelfstandig verlenen van basiszorg aanmeneer en het monitoren
vanmet name zijn pijnbeleving. Ik stelde, samenmet een gediplomeerde collega, het
verpleegplan bij als de situatie daarom vroeg. Ik was contactpersoon voor de familie. Dit
laatste deed ik onder supervisie van en samenmet een gediplomeerde collega. Daarnaast
bereidde ik de artsenvisite voor en had overlegmet de arts over de gezondheidstoestand
vanmeneer. Om aanmijn beroepsprestatie te werken had ik de afspraak op de afdeling
dat ik alle dagen dat ik werkte de zorg voor meneer J. opme zou nemen. Meneer J. is
bijna 3 weken (20 dagen) bij ons geweest. Daarvan heb ik twaalf dagen gewerkt.
Activiteiten
De eerste week dat meneer bij ons was, was het nogmogelijk om een gesprek met hem
te voeren. Bij het opnamegesprek vanmeneer was zijn dochter aanwezig. Tijdens het
opnamegesprek vroeg ik aan hem hoeveel kinderen hij had. Meneer zei drie, terwijl
zijn dochter vrijwel gelijktijdig vier zei. Ik keek op en zei: “drie of vier?” De dochter
legde het uit: ‘Met één broer vanmij hebben we al twintig jaar geen contact.’ Meneer
keek nors en staarde naar buiten terwijl hij zei dat er geen zoonmeer voor hemwas.
Ik vond de situatie op dat moment gespannen en in het kader van de privacy van de
zorgvrager besloot ik niet door te vragen. Er speelde wel van alles door mijn hoofd zoals
of meneer op zijn sterfbed zijn zoon dan niet meer zou willen zien. De verbale en non-
verbale communicatie vanmeneer gaf aan dat dit geen onderwerp was waar hij verder
over wilde praten. Ik vind dat ik daar dan respect voor moet hebben. Tenslotte weet
je de achtergrond niet en daar heb ik ook niets mee temaken. Dat is de privacy van
de zorgvrager. De drie weken dat ik meneer verzorgd heb, hebben we het dan ook niet
over deze zoon gehad. Ik twijfelde nog wel wat ik erover in het dossier moest zetten.
Tenslotte heb ik daarin geschreven dat meneer drie kinderen heeft die geregeld op
bezoek komen. Mijn begeleidster vond dat ik het goed had opgelost. Ook gaf meneer aan
tijdens het gesprek dat hij het moeilijk vond om door een vrouw gewassen te worden.
Ik heb aangegeven dat ik daar begrip voor heb, maar dat wij op de afdeling niet genoeg
mannelijke verpleegkundigen hebben. Ik hebmet meneer afgesproken dat ik in het
zorgdossier zou noteren dat hij graag door een broeder geholpen wordt, indienmogelijk.
Verder heb ik afgesprokenmet hem dat als hij door een zuster geholpen wordt, hij met
haar duidelijk moet afspreken wat hij wel en niet prettig vindt. Ook dit heb ik genoteerd
in het zorgdossier.
Gedurende de dagen dat ik meneer heb verzorgd gingmeneer langzaamaan achteruit. Hij
bleef in het begin vaak pijn aangeven vooral tijdens de verzorging. Ik heb dit genoteerd
en besprokenmet de arts. De pijnbestrijding werd dan ook zover opgehoogd totdat de
pijn draaglijk was. Omdat meneer achteruit ging, heb ik samenmet een gediplomeerde
collega een gesprek met de familie gehad over het wel of niet naar huis gaan van
meneer en eventuele overplaatsing naar een hospice.
1...,67,68,69,70,71,72,73,74,75,76 78,79,80
Powered by FlippingBook